This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 - Zouten uit de zee
Uitleg oplossen van zouten
Oplosbaarheid
Slide 1 - Slide
Doelen
Je kan vertellen wat er gebeurt wanneer een zout oplost in water.
Je kan een oplosvergelijking opstellen
Je kan een indampvergelijking opstellen
Je weet wat een verzadigde oplossing is
Je weet welke tabel in de Binas iets zegt over het oplossen van bepaalde combinaties zouten
Je kent de triviale namen van de zoutoplossingen in tabel 4.3 (blz 66)
Slide 2 - Slide
Planning
Vragen over 4.1?
Quiz over naamgeving en formules
Uitleg over het oplossen van zouten
Maak opdracht 16 t/m 19
Slide 3 - Slide
Vragen uit 4.1?
Slide 4 - Mind map
Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
NaCO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2
Slide 5 - Quiz
Wat is de zoutformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)
Slide 6 - Quiz
Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2
Slide 7 - Quiz
Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules.
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat
Slide 8 - Drag question
Oplosbaarheid van zouten
Een zout:
postief-ion
negatief-ion
Oplossen in water
Ionen worden opgeven door water
Toestandsaanduiding: aq van aqua
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Pak de Binas tabel 45A erbij!!
Slide 11 - Slide
Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht
Slide 12 - Quiz
Hoe is de oplosbaarheid van ijzerbromide
A
goed
B
matig
C
slecht
Slide 13 - Quiz
Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht
Slide 14 - Quiz
Wanneer is een zout oplossing verzadigd? Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.
Slide 15 - Quiz
Verzadiging
Zout-oplossing is verzadigd wanneer je geen zout meer kan oplossen.
Sommige zouten lossen maar een heeeeeel klein beetje op --> S
Sommige zouten lossen maar voor een gedeelte op --> M
Sommige zouten lossen goed op --> G, maar niet oneindig.
Je kan veel natriumchloride (keukenzout) oplossen, maar niet vele kilo's in 1 liter water.
Slide 16 - Slide
Oplosvergelijking
voor de pijl: na de pijl:
vast zout zoutopLOSsing
NaCl(s) --> Na+ (aq) + Cl-(aq)
ionen aan ionen
elkaar vastLOS
Slide 17 - Slide
Oplossen van zouten
In de animatie hiernaast zie je wat er op microniveau gebeurt als een zout goed oplosbaar is in water: de ionen laten elkaar los en worden omringd door moleculen water.
Slide 18 - Slide
oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl.
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl.
3. Vergeet niet kloppend te maken. Zet de getallen op de juiste plek
Slide 19 - Slide
Niet ieder zout lost op zoals de stof voorin het lokaal. Hoe schrijf je die op?
Denk zelf in STILTE even hierover na!
timer
1:00
Slide 20 - Slide
Indampvergelijking
Bijv. bij een oplossing van natriumchloride
Slide 21 - Slide
Indampvergelijking van de oplossing:
Na+(aq)+Cl−(aq)→NaCl(s)
Slide 22 - Slide
Oplossen en indampen
Oplosvergelijking:
Indampvergelijking:
NaCl(s)→Na+(aq)+Cl−(aq)
Na+(aq)+Cl−(aq)→NaCl(s)
Slide 23 - Slide
Triviale namen
Tabel 4.3 op pagina 66.
NaOH
Natriumhydroxide
Natronloog
KOH
Kaliumhydroxide
Kaliloog
Ca(OH)2
Calciumhydroxide
Kalkwater
Slide 24 - Slide
De oplosvergelijking van aliminiumfosfaat, , is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43−(aq)→AlPO4(s)
B
AlPO4(s)→Al3+(aq)+PO43−(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4→Al3++PO43−
Slide 25 - Quiz
De indampvergelijking van zinknitraat, , is:
ZnNO3
A
Zn2+(aq)+2NO3−(aq)→Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)→Zn2+(aq)+2NO3−(aq)
C
Zn2++2NO3−→Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2→Zn2++2NO3−
Slide 26 - Quiz
Aan de slag
Maak opdracht 16 t/m 19.
Werk je achterstanden bij.
Leer nog eens de samengestelde ionen in Quizlet.
Slide 27 - Slide
Doelen
Je kan vertellen wat er gebeurt wanneer een zout oplost in water.
Je kan een oplosvergelijking opstellen
Je kan een indampvergelijking opstellen
Je weet wat een verzadigde oplossing is
Je weet welke tabel in de Binas iets zegt over het oplossen van bepaalde combinaties zouten
Je kent de triviale namen van de zoutoplossingen in tabel 4.3 (blz 66)
Slide 28 - Slide
Schrijf twee dingen op die je nog onduidelijk vind
Slide 29 - Open question
Schrijf in je eigen woorden twee dingen op die je deze les hebt geleerd.