week 9 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lezen 

Wat gaan we doen?

- opdracht 2 van de vorige les nakijken

- nieuw leerdoel bespreken en bekijken

- opdrachten samen maken  en tot slot nakijken

Antwoorden opdracht 2 

1. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Eerst keken we op tv & op videoband of dvd. Tegenwoordig kijken we nog steeds op tv, maar ook op internet (YouTube) of een streamingsdienst zoals Netflix of Videoland.

2. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Een google homespeaker om je slimme apparaten mee te bedienen, of je telefoon met een appje om deuren te openen.

3. Agent die vanachter een muur boeven betrapt, elektrische auto’s, leren met machines, videobellen.

4. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik denk dat gamen op een scherm dat in je contactlens kan, omdat je nu ook al VR-brillen hebt en de techniek steeds kleiner wordt.

5 .B Een digitaal laagje voor je oog met extra informatie.

Antwoorden opdracht 2 

6 .Ja, want de tablet van de toekomst is dun als papier, je kunt de tablet ook uitrollen of opvouwen en dat lijkt mij makkelijk meenemen. En hij lijkt niet zo zwaar als die van nu.

7. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Nee, alleen mensen die het kunnen betalen. Of: Ja, ik denk dat iedereen er wel een heeft.

8. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Nee, in het filmpje denken ze dat alleen mensen er een hebben die dat kunnen betalen. Ik denk dat iedereen er een heeft.

9. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Je kunt lekker snel reizen.

Antwoorden opdracht 2 

10. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik vind het altijd leuk om bij benzinestations, of op het vliegveld souvenirs te kopen. Of: ik vind het ook wel leuk om samen een tijdje in de auto te zitten, dat is altijd gezellig.

 

11. hersenchip

12 .De knappe koppen denken dat ze alle drie wel kunnen, want ze zijn er nu mee bezig om dat te maken of uit te vinden.

13. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Een wekker zetten door eraan te denken, want ik kom vaak te laat op school.

Leerdoel van vandaag

Je kan het onderwerp van een programma of filmpje herkennen.

Het onderwerp van een programma of filmpje

Als je naar iets kijkt of luistert, is het belangrijk dat je weet waarover het gaat: wat het onderwerp is.

Zo vind je het onderwerp van een programma of een filmpje:

- Let op het begin. In een programma op radio of tv hoor je vaak in de eerste minuut wat het onderwerp is. In nieuwsprogramma’s komen meestal meerdere onderwerpen aan de orde.

- Let ook op het begin bij filmpjes op internet. Vaak staat het onderwerp al in de titel van het filmpje.

Opdracht 1 

 - Lees eerst de vragen. Bekijk daarna het fragment uit het Jeugdjournaal.

- We bekijken samen het fragment.

- Beantwoord de 3 vragen bij opdracht 1. 

Opdracht 2 

-Lees eerst de vragen. Bekijk daarna het filmpje.

- Daarna maak je opdracht 2. 

Opdracht 3 

-Lees eerst de vragen. Bekijk daarna het fragment uit Man bijt hond.

- Maak daarna de vragen. 

Opdracht 4 

- Lees eerst de vragen. Bekijk daarna het filmpje.

- Maak daarna opdracht 4. 

Antwoorden opdracht 1 

1. - Verschil niveau Engels van kinderen

- Zet je masker af: een spel tegen pesten

- Pepijn redt zijn zusje uit drijfzand

2. begin

3. Eigen antwoord. 

Antwoorden opdracht 2 

1. Nieuwe vrienden maken. 

2. Meteen in het begin zie je de titel. De presentator/interviewer vertelt het ook in de inleiding.

3. Voorbeelden: 

- De jongen met de muts op bankje reageert heel spontaan: ‘Tuurlijk joh, ik wil je vriend zijn.’

- Het meisje met de fiets wil eigenlijk doorlopen wanneer hij iets vraagt. Uiteindelijk beantwoord ze zijn vraag toch met: ‘Tuurlijk’.

Antwoorden opdracht 2 

4. Voorbeeld:

Het laatste meisje, want zij zegt eerlijk dat ze het een rare vraag vindt en wil hem een nieuwe kans geven zonder camera erbij.

5. Je ziet het ook (hij zit alleen op een bankje).

6.Het meisje is net een maand in Nederland.

7. Eigen antwoord, bijvoorbeeld:- Ja, hij sluit de video af met de woorden ‘Ik heb nu mijn nieuwe vrienden.’ - Nee, door iemand te vragen of hij of zij vrienden met je wil zijn, maak je geen échte nieuwe vrienden.

Antwoorden opdracht 3 

1.  C 

2. Ze wilden eerst gaan lopen.

3. Reden 1: Ze willen aandacht vragen voor mensen met een bipolaire stoornis.

Reden 2: Ze willen geld inzamelen voor mensen met een bipolaire stoornis.

Antwoorden opdracht 3 

4. De etappe door de Alpen, de bergen, wordt het zwaarst, want de ene man heeft maar zes (of zeven) versnellingen op zijn fiets. De andere man heeft helemaal geen versnellingen op zijn fiets.

5. - De presentator (voice-over) zegt het in het begin. Hij zegt het nog een keer op de ochtend van het vertrek.

- Je ziet twee keer de datums van vorige uitzendingen in beeld.

Antwoorden opdracht 3 

6.  - Je ziet het aan het afscheid (ze zoenen en omhelzen de mensen die thuisblijven).

- Je ziet en hoort (je hoort het schot niet zo duidelijk) een startschot.

- Je ziet de vrienden wegfietsen.

7.  Op de website www.manbijthond.nl

Antwoorden opdracht 4 

1. C 

2. 

- Hij gebruikt spannende achtergrond geluiden bij het filmpje.

- De beelden zijn kort en spannend.

- De personen kijken geschrokken of bang.

- Er worden spannende teksten gebruikt in het filmpje zoals: ‘U hebt nog een poging’.

Antwoorden opdracht 4 

3. Over een jongen die spannende dingen meemaakt als zijn vriend vermist raakt.

4. Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik denk dat hij ontvoerd is.

5. Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

Ja, het lijkt mij een spannend avontuur als ik een vriend in nood moet helpen en daar lees ik graag over.

Of:

Nee, ik houd niet van spannende boeken.