2022_week13_2mh_les2_voorzetsels 4e naamval + persoonlijke vn 1e en 4e nv

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg je boek open op blz. 68!

Slide 2 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?



  • Informationen SO
  • Wörter schreiben und abfragen
  • Aufgabe 8, 9, 10 besprechen auf Seite 69-70
  • Kurze Wiederholung voorzetsels (Präpositionen) en persoonlijke voornaamwoorden (Personalpronomen) in de vierde naamval







  • An die Arbeit
  • Video: Woher kommt der Kaiserschmarren

  • Abschluss/Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Am Ende der Stunde........
- kan je tenminste 2 voorzetsels van de 4e naamval benoemen , doordat je opdrachten hebt gemaakt.
- kan je het persoonlijk voornaamwoord ik en jij zeggen in de 4e naamval, doordat je opdrachten hebt gemaakt.

Slide 5 - Slide

SO Mittwoch den 6. April

Slide 6 - Slide

Wörter schreiben 
  • de gebakken aardappelen
  • de vis
  • de groente
  • de knoedel
  • de pasta
  • het sinaasappelsap
  • de schnitzel
  • de soep
Schrijf eerst de Nederlandse woorden op en erachter de vertaling!
timer
4:00

Slide 7 - Slide

Wörter abfragen
  • de gebakken aardappelen
  • de vis
  • de groente
  • de knoedel
  • de pasta
  • het sinaasappelsap
  • de schnitzel
  • de soep
  • die Bratkartoffeln
  • der Fisch
  • das Gemüse
  • der Knödel
  • die Nudeln
  • der Orangensaft
  • das Schnitzel
  • die Suppe

Slide 8 - Slide

Kurze Wiederholung

Slide 9 - Slide

Aufgaben besprechen Seite 69
  • mich
  • euch
  • dich
  • Sie
  •  sie

Slide 10 - Slide

für dich
  •  um sie
  • gegen euch
  •  ohne sie
  • für mich
  •  durch ihn

Slide 11 - Slide

  • ohne ihn
  • gegen sie
  • für dich
  • um sie
  • durch mich
  • für euch

Slide 12 - Slide

timer
10:00
timer
5:00
De eerste 10 minuten niet praten en geen vragen. Daarna fluisteren en vragen!

Slide 13 - Slide

Hören und sehen 
Aufgabe 4, Seite 67

Slide 14 - Slide

Am Ende der Stunde........
- kan je tenminste 2 voorzetsels van de 4e naamval benoemen , doordat je opdrachten hebt gemaakt.
- kan je het persoonlijk voornaamwoord ik en jij zeggen in de 4e naamval, doordat je opdrachten hebt gemaakt.

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Machen: 

Lernen: Woordjes Lektion 4 blz. 86 van NL-DU en DU-NL

Slide 16 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)

Slide 17 - Slide

Vielen Dank! Auf Wiedersehen! 

Slide 18 - Slide