week 39 les 4

week 39 
- terugblik: huiswerk nagekeken
grammatika uitleg
elkaar dictee gegeven

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

week 39 
- terugblik: huiswerk nagekeken
grammatika uitleg
elkaar dictee gegeven

Slide 1 - Slide

deze les
- huiswerk nakijken
- oefenen met de woorden
- oefenen luistervaardigheid

Slide 2 - Slide

nakijken huiswerk
4.1 : 1. twee
2. onterecht  3. dat Luise tijdelijk vertrekt  4. niet persoonlijk. 
b
Luise was met haar vriendin Ella in de stad. Ella noemt zichzelf op Facebook Eric Cartman.


Slide 3 - Slide

5.2
a
1. Tony = onderwerp, das Tablet = lijdend voorwerp
2. Der Junge = onderwerp, es = lijdend voorwerp, voorzetsel + zelfst. naamwoord = für seine Freundin
3. Meine Eltern = onderwerp, mein Handy-Abo = lijdend voorwerp
4. Mein Lieblingsspiel = onderwerp
b
1. Das
2. Der, die  3. das  4. den  5. den  6. Die, die  7. Die, das  8. Das, die  9. Der, das  10. den  

Opdracht 5.2 B
2. Anna hat in Klagenfurt gewohnt.
3. Timo hat seine Playstation verkauft.
4. Mein Vater hat seinen Computer gesichert.
5. Mein Bruder hat das Handy repariert.
6. Ich habe einen Skikurs gemacht.
7. Lisa hat Informationen über Klingeltöne gesucht.
8. Wir haben Musik auf unserem Handy gehört.
9. Ich habe die Wahrheit gesagt.
10. Emma hat die E-Mail geschickt.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

5,2 B
2. Anna hat in Klagenfurt gewohnt.
 
3. Timo hat seine Playstation verkauft.  
4. Mein Vater hat seinen Computer gesichert. 

5. Mein Bruder hat das Handy repariert.  
6. Ich habe einen Skikurs gemacht.
 
7. Lisa hat Informationen über Klingeltöne gesucht.  
8. Wir haben Musik auf unserem Handy gehört.  
9. Ich habe die Wahrheit gesagt.
10. Emma hat die E-Mail geschickt.

Slide 6 - Slide

5.3
Opdracht 5.3 Teil 1      1R; 2R; 3F  
Teil 2     1B; 2D; 3A; 4E; 5C 
Teil 3
1. Die heeft hij ergens opgeschreven.
2. Of hij de verleden tijden aan Max wil uitleggen.
3. De grammatica uitleggen. Als Max iets begrijpt, krijgt de vader een getal.

Slide 7 - Slide

7.2
1. einen
2. keine  3. eine  4. einen  5. eine  6. kein  7. einen  
8. einen

Opdracht 8.2
1C, 2D, 3E, 4B, 5A

Slide 8 - Slide

rennend dictee

Slide 9 - Slide

leren voor so
maken 11.1   15.4   11.2

Slide 10 - Slide