This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Deel 1:
zonder rekenmachine
Slide 1 - Slide
schrijf het getal in cijfers: zevenhonderd eenennegentig
Slide 2 - Open question
schrijf het getal in cijfers:
honderd zeven
Slide 3 - Open question
schrijf het getal in woorden:
209
Slide 4 - Open question
schrijf het getal in woorden:
613
Slide 5 - Open question
maak de getallenreeks af. 7 - 11 - 15 - 19 - a - b welk getal hoort op plek a?
Slide 6 - Open question
maak de getallenreeks af. 7 - 11 - 15 - 19 - a - b welk getal hoort op plek b?
Slide 7 - Open question
het horloge van Erik loopt 6 minuten voor. Op het horloge van Erik is het 14.04 uur. Wat is de goede tijd?
Slide 8 - Open question
19 + 23 =
Slide 9 - Open question
100 :10 =
Slide 10 - Open question
7 x 5 =
Slide 11 - Open question
53 - 29 =
Slide 12 - Open question
275 + 25 =
Slide 13 - Open question
500 - 200 =
Slide 14 - Open question
zet in de opdracht de goede tekens. kies uit: +, x, :, - 2 __ 3 __ 5 = 30
Slide 15 - Open question
zet in de opdracht de goede tekens. kies uit: +, x, :, - 7 __ 7 __ 2 __ 2 = 49
Slide 16 - Open question
1 uur is ____ seconden
Slide 17 - Open question
1 jaar is ___ maanden
Slide 18 - Open question
1 uur is ___ minuten
Slide 19 - Open question
1 meter is ____ centimeter
Slide 20 - Open question
500 gram is ___ kilo
Slide 21 - Open question
Deel 2
je mag een rekenmachine en kladpapier gebruiken.
Slide 22 - Slide
400 gram kaas kost €3,84 hoeveel kost 100 gram kaas? laat zien hoe je aan je antwoord komt.
Slide 23 - Open question
400 gram kaas kost €3,84 hoeveel kost 250 gram kaas? laat zien hoe je aan je antwoord komt.
Slide 24 - Open question
De elf spelers van FC Zutphen zijn samen 264 jaar oud. 8 spelers zijn samen 192 jaar. hoe oud zijn de 3 andere spelers samen? laat zien hoe je aan je antwoord komt.
Slide 25 - Open question
8 spelers zijn samen 192 jaar. Wat is de gemiddelde leeftijd van deze 8 spelers? laat zien hoe je aan je antwoord komt.
Slide 26 - Open question
's Nachts vriest het 5 graden, overdag is het 3 graden boven het vriespunt. Hoe groot is het temperatuur verschil?
Slide 27 - Open question
Abdel heeft 300 munten van 20 eurocent en 240 munten van 50 eurocent gespaard. hoeveel euro heeft Abdel totaal gespaard? Laat zien hoe je aan het antwoord kom
Slide 28 - Open question
Hij wisselt zijn spaargeld in voor briefjes van 5 euro. laat door een berekening zien hoeveel briefjes van 5 euro Abdel krijgt.
Slide 29 - Open question
De bouwmarkt heeft een uitverkoop actie. 25% korting op alle artikelen. schrijf 25% als breuk ( .../... )
Slide 30 - Open question
De bouwmarkt heeft een uitverkoop actie. 25% korting op alle artikelen. een pot verf kost normaal €16,60. wat moet je nu voor de pot verf betalen? laat de berekening zien.
Slide 31 - Open question
je ziet een grafiek met daarin de verkoopcijfers van bloembollen van maandag tot en met zondag.
Slide 32 - Slide
op zaterdag werden de meeste bloembollen verkocht.
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quiz
Op woensdag werden er 5 keer zoveel bloembollen verkocht als op maandag.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
In de hele week werden er ongeveer 2200 bloembollen verkocht
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quiz
Op zaterdag werd er 50% meer verkocht dan op donderdag.
A
waar
B
niet waar
Slide 36 - Quiz
rob fietst van Amsterdam naar Parijs. De afstand van Amsterdam - Parijs is 500 km. Rob fietst 40 km per dag. Rob neemt 6 rustdagen. dan fietst hij dus niet. hoeveel dagen doet rob er over om in Parijs te komen?