De opdracht in stappen1. Vorm tweetallen.
2. Lees blz. 6 t/m 9. Kies een onderwerp en je derde kernvraag en leg het vast bij de docent. Deadline: Maandag 29 maart.
3. Je oriënteert je op het onderwerp en verzamelt alvast wat bronnen (teksten en afbeeldingen), artikelen. Let op: noteer steeds de bronvermelding.
4. Op jullie gebeurtenis/ontwikkeling ga je nu de 3 Kernvragen (blz. 6,7) toepassen. Je let daarbij op de Inzichten bij de Kernvragen (blz. 8,9). Begin bij Kernvraag 1: Historisch Belang. Er horen 5 inzichten bij. Kies steeds 2 inzichten uit om, met jouw gebeurtenis als illustratie, de Kernvraag toe te lichten.
a. Jullie gebeurtenis/ontwikkeling: deze staat steeds centraal bij elke kernvraag.
b. De 3 Kernvragen vormen de drie hoofdstukjes of paragrafen. Elk hoofdstuk begint met het voluit noteren van de Kernvraag.
c. Bij elke kernvraag: twee inzichten. Noteer elk inzicht voluit als titel boven je toelichting van dat inzicht.
d. Bij elk inzicht: een toelichting, aan de hand van een bron of bronfragment, bijvoorbeeld een citaat of een schilderij of een standbeeld. Gebruik in je toelichting de kernwoorden bij de inzichten. Die zijn vetgedrukt.
e. Bij elke bron: een bronverwijzing. Je kan hiervoor voetnoten gebruiken .
6. Je levert een tussenproduct in voor feedback. Daarin heb je tenminste 1 kernvraag behandeld. Inleverdatum: vrijdag 9 april, feedback krijg je digitaal terug op vrijdag 16 april.
7. Eindproduct wordt ingeleverd op: maandag 10 mei.
8. Te laat inleveren kost je tot 10% van je punten, per dag dat je te laat bent.