vwo 2 week 3 les 1

Salut et bienvenue! 
* leesvaardigheid
*oefenen met werkwoorden; handige site! 


1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Salut et bienvenue! 
* leesvaardigheid
*oefenen met werkwoorden; handige site! 


Slide 1 - Slide

Leesvaardigheid

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zeg me wat je ...
(manges=)

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

manger 5 fruits ou légumes par jour=

Slide 6 - Open question

Les jeunes ont perdu les bonnes habitudes.
Les habitudes=

Slide 7 - Open question

Welke bewering is waar?
A
jongeren eten steeds ongezonder
B
jongeren willen meer geld besteden aan voeding
C
jongeren en ouderen eten steeds ongezonder

Slide 8 - Quiz

Je leert / oefent zelfstandig met de werkwoorden op verbuga.eu
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 10 - Drag question

Regelmatige werkwoorden 
op RE
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ENT
ONS
niks
S
EZ

Slide 11 - Drag question

Kies de juiste vorm

(travailler / présent) tu ...
A
tu travaillais
B
tu travaille
C
tu travailles
D
tu as travaillé

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm

(chanter / passé composé) Il...
A
il a chanté
B
il a chantée
C
il chante
D
il chantait

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm

(parler / imparfait) je ...
A
je parle
B
je parlais
C
j'ai parlé
D
je parles

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste vorm

(vendre / présent) ils ...
A
ils vendent
B
ils vendrent
C
ils vendaient
D
ils ont vendu

Slide 15 - Quiz

kies de juiste vorm

(rendre / passé composé) vous ...
A
vous avez rendré
B
vous avez rendu
C
vous avez rendus
D
vous êtes rendus

Slide 16 - Quiz

kies de juiste vorm

(perdre / imparfait) Je ...
A
je perdrai
B
je perdrait
C
je perdais
D
j'ai perdu

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vorm

(finir / présent) ils ...
A
ils ont fini
B
ils finirissent
C
ils finissaient
D
ils finissent

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm

(choisir / imparfait) vous ...
A
vous choisissiez
B
vous choisissez
C
vous avez choisi
D
vous choisiez

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste vorm

(réussir / passé composé) elle...
A
elle a réussie
B
elle réusis
C
elle a réussi
D
elle réussissait

Slide 20 - Quiz

Les devoirs
leren woorden chapitre 1,2 Fa-Ned
leren werkwoorden, zie verbuga en werkwoordenboekje
Lezen les 1 chapitre 4, maken online oef 1 t/m 4 ch 4

Slide 21 - Slide