Thema 2, les 15

Thema 2, les 15
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 2, les 15

Slide 1 - Slide

Ik leer:
De tegenwoordige tijd van werkwoorden.
De verleden tijd van werkwoorden.

Slide 2 - Slide

Wat is een werkwoord?
Ik breek mijn arm. --> nu --> tegenwoordige tijd.
Ik brak mijn arm. --> verleden

Slide 3 - Slide

Ik fiets naar school
A
Ik
B
fiets
C
naar
D
school

Slide 4 - Quiz

Ik verzwikte mijn enkel
A
mijn
B
enkel
C
verzwikte
D
ik

Slide 5 - Quiz

Ik ben bij de huisarts.

Slide 6 - Open question

Ik heb oorpijn.

Slide 7 - Open question

Ik nam een pilletje tegen de oorpijn.

Slide 8 - Open question

Dat hielp wel even.

Slide 9 - Open question

Ik verzwikte mijn enkel = vt
Ik verzwik mijn enkel = tt

Slide 10 - Slide

Opa bezeerde zijn hand.

Slide 11 - Open question

Mama stootte haar knie.

Slide 12 - Open question

Een wesp stak mijn zusje.

Slide 13 - Open question

Maar we hielden ons allemaal taai.

Slide 14 - Open question

Ze de werkwoorden in de goede tijd. 
Vorige week ren ik de trap af. Ik glijd uit en val helemaal naar beneden. Daar lig ik, onder aan de trap. Mijn broertje ziet het. Hij moet erg lachen. Maar morgen lachte ik. Want dan moest hij een prik halen. 

Slide 15 - Slide