Woordvolgorde zoals in het Nederlands
- Zin met één werkwoord in een bijzin.
> Ich weiß nicht, ob er heute kommt.
> Ik weet niet of hij vandaag komt.
Woordvolgorde anders als in het Nederlands (niet altijd)
- Zinnen met meerdere werkwoorden in een bijzin.
> Ich weiß nicht, ob er heute kommen kann.
> Ik weet niet of hij vandaag kan komen.