4G Latijn DISCO H45: Caesar grijpt de macht


4 Gymnasium Latijn
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


4 Gymnasium Latijn

Slide 1 - Slide

Study planner

Slide 2 - Slide

Study planner

Slide 3 - Slide

Deze les ...
I   Coniunctivus praesens

II   Terugkijken op tekst 45: "Caesar grijpt de macht"

Slide 4 - Slide

Futurum: participium
I   Vorm?

II  Betekenis?

Slide 5 - Slide

Participium futurum
-Fratri meo iam enavigaturo subito mors matris nuntiata est.

-Inutile sine dubio erit, quod dicturus sum, sed tamen dicam.

-His verbis eius ego pauca additurus sum.


Slide 6 - Slide

Infinitivus futurum
Herhaling

laudare - laudari

laudavisse - laudatum esse
*Omnes necatos esse dicunt.

*Eum abiisse maeremus.

Slide 7 - Slide

Infinitivus futurum
laudaturus, -a, -um esse                (te) zullen prijzen                  

laudatum iri                                        geprezen (te) zullen worden

                      lauda + turus + esse / iri

                      

Slide 8 - Slide

Infinitivus futurum

-Illud oppidum expugnatum esse ferunt.

-Nos ante vesperum ad portum perventuros esse speramus.

-Servos impigros futuros esse speravit.

Slide 9 - Slide

Coniunctivus praesens
Coniunctivus is aanvoegende wijs

Leve de koning!

Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

Men neme een tl gedroogde koriander ...

Slide 10 - Slide

Coniunctivus praesens

Slide 11 - Slide

Coniunctivus praesens passief

Slide 12 - Slide

Coniunctivus praesens
Wens                                                 
Aansporing                                     
Twijfel                                                

Mogelijkheid
Verbod
WAT
M/V

Slide 13 - Slide

Coniunctivus praesens: wens
Tibur ... sit meae sedes utinam senectae (Hor. Carm. 2, 6)
‘Moge Tivoli de woonplaats van mijn oude dag zijn.’

Utinam illum diem videam (Cic. Att. 3, 3)
‘Hopelijk zie ik die dag.’

Slide 14 - Slide

Coniunctivus praesens: aansporing
Vivamus, mea Lesbia, atque amemus (Cat. 5, 1): ‘Laten we leven, mijn Lesbia, en laten we beminnen.’

Sed ne difficilia optemus (Cic. Ver. 2, 4): ‘Maar laten we geen moeilijke dingen wensen.’

Slide 15 - Slide

Coniunctivus praesens: twijfel
Qua te regione requiram? (Ov. Met. 8, 232): ‘In welke streek moet ik jou zoeken?’ (heden)

Quid agam, iudices? ... Quo me vertam? (Cic. Ver. 2, 5): ‘Wat moet ik doen, rechters? Waarheen moet ik mij
wenden?’ (heden)

Slide 16 - Slide

Coniunctivus praesens: mogelijkheid
Quis hoc dubitet? – Wie zou hieraan (kunnen) twijfelen?

Si hoc dicas, erres – Als je dat zegt, zou je je (kunnen) vergissen.

Slide 17 - Slide

Coniunctivus praesens: verbod
Ne timeas.                                                Vrees niet.

Ne dormias.                                            Je moet niet slapen.

Ne cunctetur ipse propius accedere (Sal. Cat. 44): ‘Hij mag niet aarzelen zelf dichterbij te komen.

Slide 18 - Slide