TH 1.5 - deel 1

1.5
Transport door membranen
Thema 1: inleiding in de biologie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1.5
Transport door membranen
Thema 1: inleiding in de biologie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen en planning
Terugblik BS 1.4: organellen
Uitleg
- Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is
- Je kunt de concentratie van een oplossing berekenen
- Je kunt beschrijven hoe transport via celmembranen plaatsvind

Verwerking opdrachten

Slide 2 - Slide

Vorige lessen: Organellen
Celkern - DNA - 'code' voor het maken van de eiwitten
Ribosomen - lezen DNA en maken eiwitten
Ruw endoplasmatisch reticulum - locatie ribosomen
Golgi apparaat - maakt de functionele eiwitten
Lysosomen - afvalstoffen opruimen
Mitochondriën: energie maken
Chloroplasten: fotosynthese

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Mitochondriën en Chloroplasten
In mitochondriën wordt glucose verbrand, 
er ontstaat ATP. Dat geeft energie aan de cel.
- Glucose + Zuurstof -> Energie (ATP) + H2O + CO2

In chloroplasten vindt fotosynthese plaats. 
 Energie (Zon) + H2O + CO2 ->Glucose + Zuurstof 

Slide 5 - Slide

Beweging van de cel
Cytoskelet van eiwitvezels, geeft vorm aan de cel
Maakt transport in de cel mogelijk

Motoreiwitten vervoeren blaasjes 
of organellen

Slide 6 - Slide

Celmembraan

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Celmembraan
Sommige stoffen kunnen er makkelijk doorheen:
- Apolair : Vet oplosbare stoffen - hydrofoob

Sommige niet:
- Polair: Water oplosbare stoffen - hydrofiel

Concentratie binnen en buiten de cel speelt een rol voor transport

Slide 9 - Slide

Concentratie berekenen
Concentratie wordt aangegeven in gram per liter (g/L)
of percentage (%)

Concentratie (%) = Hoeveelheid opgeloste stof / totale volume oplossing

Lage concentraties kan je aangeven in ppm
1 ppm = 0,0001%

Slide 10 - Slide

Concentratie
Bijvoorbeeld: suiker in water --> gram suiker per L
Voorbeeld cola:
25 gram suiker (6 klontjes) per 250 mL. 
- Wat is de concentratie van suiker?
25 / 250 * 100% = 10%

- Hoe maak je die oplossing?
25 g in 250 ml -> 25 g + 225 ml water
Niet + 250 ml (totaal is 250 ml)



Slide 11 - Slide

Verdunningen maken (PO)
Hoe maak je een 8% zout-oplossing van 100 mL?
En een verdunningsreeks van 8% tot 0,5%?

Slide 12 - Slide

Diffusie
Opgeloste stof gaat van HOGE concentratie naar LAGE concentratie

Verdeling van moleculen uiteindelijke gelijk, concentratie overal hetzelfde


- Kan in water en in de lucht


Slide 13 - Slide

Osmose
Oplossing met scheiding door een permeabel membraan.

Opgeloste stof verspreid door diffusie

Slide 14 - Slide

Osmose
Scheiding door selectief/semi permeabel membraan:
- Kleine moleculen kunnen er doorheen, grote niet

Water gaat van LAGE concentratie naar HOGE concentratie door diffusie

Resultaat: Gelijke concentratie opgeloste stof aan beide kanten


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Osmotische waarde en druk

Osmotische waarde: hoeveelheid opgeloste stoffen in het water.

Hoge osmotische waarde: veel opgeloste stoffen.
Lage osmotische waarde: weinig opgeloste stoffen.

Water stroomt van een lage -> hoge osmotische waarde.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aan de slag!
Wat?  Opdracht 77 t/m 82

Hoe?  
- In het boek
- In tweetallen

Vragen?  Steek je hand op
Klaar? Leren 1.1 t/m 1.4



Slide 19 - Slide

Opdracht 78 & 79
Doen we samen!

Slide 20 - Slide