This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 1:
Het menselijk lichaam
Slide 2 - Slide
Stevigheid
Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam.
Slide 3 - Slide
Wat zijn je 'ledematen'?
A
je armen en benen
B
vrienden die medelijden met je hebben
C
armen
D
benen
Slide 4 - Quiz
Hoofd
Romp
Arm
Been
Ledematen
Slide 5 - Drag question
Hoeveel botten heeft een mens?
A
200
B
206
C
260
D
300
Slide 6 - Quiz
'Jouw lichaam bevat ongeveer 206 botten! Je schedel bestaat uit 29 botten, je wervelkolom uit 26 botten, de voorkant van je borstkas bestaat uit 25 botstukken, je schouders en armen tellen 64 botten en je heupen en benen 62 botten.
Slide 7 - Slide
Hoofd
Schedel
Bovenkaak
Onderkaak
Halswervel
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Romp
Sleutelbeen
Schouderblad
Rib
Borstbeen
Lendenwervel
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Slide
Opperarmbeen
Heupbeen
Botten van de hand
Ellepijp
Dijbeen
Spaakbeen
Staartbeen
Slide 12 - Drag question
Kuitbeen
Scheenbeen
Knieschijf
Dijbeen
Botten van de voet
Slide 13 - Drag question
Een halswervel hoort bij de wervelkolom
A
dit klopt
B
dit is onjuist
Slide 14 - Quiz
Een sleutelbeen zit aan je bovenbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist
Slide 15 - Quiz
Een ellepijp zit in je romp.
A
dit klopt
B
dit is onjuist
Slide 16 - Quiz
Een kuitbeen zit in je onderbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Je botten zitten aan elkaar met gewrichten.
Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.
ellenboog-gewricht
Slide 19 - Slide
Wat is de functie van een gewricht?
A
Voor de stevigheid
B
Beweging mogelijk maken
C
Aanhechting van de spieren
D
Voor het gewicht
Slide 20 - Quiz
Onderdelen gewricht
Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Kraakbeenlaagje: makkelijker bewegen en tegen slijtage
Gewrichtssmeer: makkelijker bewegen.
Gewrichtskapsel: Extra versteviging
Slide 21 - Slide
gewrichtskom
gewrichtkogel
gewrichtsmeer
kraakbeenlaagje
gewrichtkapsel
Slide 22 - Drag question
gewrichtssmeer
kapselband
kraakbeenlaagje
gewrichtskapsel
gewrichtskom
gewrichtskogel
Slide 23 - Drag question
Wat is het? 'Houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer.'
A
gewrichtskogel
B
kraakbeenlaagje
C
gewrichtskapsel
D
gewrichtskom
Slide 24 - Quiz
Spieren en organen
Slide 25 - Slide
Spieren
Aan je botten zitten spieren.
Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen.
Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen
Slide 28 - Slide
Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 29 - Quiz
je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Video
Organen en Spijsvertering
Slide 32 - Slide
Organen
De maag - helpt bij het verteren van het eten.
De lever - haalt giftige stoffen uit je bloed.
De longen - zorgen voor ademhaling.
Het hart - pompt het bloed door je lichaam.
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Spijsvertering
Mond (Speeksel).
Slokdarm (Spieren).
Maag (vermengd met maagsap, zuur doodt de bacteriën)
Dunne darm (darmsap, voedingstoffen opgenomen in het bloed.