Herhaling 1.9-2.9-3.9

1. Spelling, p.60
  • Leestekens: punt en komma
  • Aanhalingstekens

Vragen?


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1. Spelling, p.60
  • Leestekens: punt en komma
  • Aanhalingstekens

Vragen?


Slide 1 - Slide

Aanhalingstekens
De docent zei: ‘Binnenkort hebben jullie een toets over leestekens.’

‘Als je goed oplet,’ zo vervolgde zij haar verhaal, ‘dan is het helemaal niet zo moeilijk.’
‘Echt niet?’ vroeg een alerte leerling.
‘Echt supermakkelijk!’ juichte de docent, ‘ik weet zeker dat jullie allemaal een voldoende halen.’



Slide 2 - Slide

2.9 Spelling, p.125
  • meervoud zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Slide

3.9 Spelling, p.189
  • Meervoud zelfstandige naamwoorden

Vragen? 

Slide 4 - Slide

Test werkwoordspelling
Tip: pak het schema op p.205 erbij.

Let op: voor de toets alleen pvtt en pvvt!





Slide 5 - Slide

Veel mensen kijken ervan op als een vrouw een vrachtwagen....... (besturen).
A
bestuurde
B
bestuurd
C
bestuurt

Slide 6 - Quiz

Youp .....(hopen) als puber al dat hij ooit in Carré zou mogen optreden.
A
hoopt
B
hopen
C
hoopte
D
hoopten

Slide 7 - Quiz

Er ...(worden) hard gewerkt aan de aanleg van de metrolijn.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 8 - Quiz

Voor de wielrenner de champagne in het rond spuit,...... (schudden) hij met de fles.
A
schudde
B
schut
C
schud
D
schudt

Slide 9 - Quiz

Als je op tijd wilt aankomen, ...... (vermijden) je zeker de spits zoveel mogelijk?
A
vermijdt
B
vermijdde
C
vermeed
D
vermijd

Slide 10 - Quiz

Sinds wanneer ......(bekladden) je broer met zijn vriendjes de treinstellen op het rangeerterrein?
A
beklad
B
bekladt

Slide 11 - Quiz

Zorg ervoor dat je de folders over de tentoonstelling op tijd ........ (versturen).
A
verstuurt
B
verstuurd
C
verstuurdt
D
verstuurde

Slide 12 - Quiz

Als je blijft trainen, zul je zien hoe je je prestaties nog ...... (verbeteren).
A
verbeterd
B
verbeterde
C
verbeterdt
D
verbetert

Slide 13 - Quiz

Vroeger ..............(monden) de riolen van Amsterdam uit in de grachten.
A
monde
B
monden
C
mondde
D
mondden

Slide 14 - Quiz

De bergbeklimmers verloren hun evenwicht en ....... (storten) in de afgrond.
A
storten
B
stortte
C
stortten
D
gestort

Slide 15 - Quiz

Tot slot
Sterkte met leren en succes bij de toets!

Slide 16 - Slide