This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling
huisinstallatie & energievoorziening
Slide 1 - Slide
De spanning is 3V de stroomsterkte is 0,01 A. Wat is de weerstand
A
30 ohm
B
3 ohm
C
0,03 ohm
D
300 ohm
Slide 2 - Quiz
Geef een uitleg van stroomsterkte
Slide 3 - Open question
Geef een uitleg van spanning
Slide 4 - Open question
Energie
Energie kan voorkomen in verschillende vormen
Elektrische, chemische, stralings, kern, warmte, bewegings en zwaarte-energie
Energie gaat nooit verloren, maar kan wel in andere vormen voorkomen.
De eenheid van energie is Joule
Slide 5 - Slide
Bewegingsenergie
Wanneer iets in beweging is, heeft het een bepaalde bewegingsenergie. Dit hangt af van de massa van het voorwerp en de snelheid van het voorwerp.
Formule: E bew = 0,5 *m*v*v
Slide 6 - Slide
Rekenvoorbeeld
Bereken de bewegingsenergie van een fietser met een massa van 70 kg die met een snelheid van 5 m/s fietst.
Antwoord:
m= 70 kg
v= 5m/s
Ebew=0,5*m*v*v
Ebew= 0,5*70*5*5= 875 J
Slide 7 - Slide
Zwaarte-energie
Wanneer een voorwerp een bepaalde hoogte heeft, krijgt het een bepaalde zwaarte-energie. Dit komt door de aantrekkingskracht van de aarde. Zwaarte-energie hangt af van de massa, de valversnelling (g) en de hoogte.
Formule: Ez= m*g*h
Slide 8 - Slide
Rekenvoorbeeld
Bereken de zwaarte-energie van een meneer van der Veen met zijn slee boven op een bult. De massa van meneer van der Veen is 80 kg. De bult is 25 meter hoog.
Antwoord:
m=80 kg
h= 25 m
(g=10 N/kg)
Ez=m*g*h
Ez=80*10*25= 20.000 J
Slide 9 - Slide
Belangrijk voor de toets
Denk aan het opschrijven van je berekening!!!! gegevens, formule, invullen, antwoord en eenheid!
Je mag bij de toets een BINAS gebruiken, daar staan de formules in.