2.1

4 VWO Economie (2.1)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 37 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4 VWO Economie (2.1)

Slide 1 - Slide

programma

1. introductie
2. uitleg
3. aan de slag
4. slot

Slide 2 - Slide

doel van de les
Kostenfunctie aanbieders

Verschil tussen constante en variabele kosten in eigen woorden beschrijven

verschillende vormen van variabele kosten herkennen

    Slide 3 - Slide

    Mike van Roon
    La sorpresa, in Schiedam

    Slide 4 - Slide

    Slide 5 - Video

    Slide 6 - Link

    Constante kosten
    Kosten die op korte termijn onafhankelijk zijn van de geproduceerde hoeveelheid.

    Voorbeelden?
    • Huur
    • verlichting van je winkel
    • Afschrijving op de machines
    • bedrijfskleding, etc.

    Slide 7 - Slide

    Variabele kosten
    Kosten die op korte termijn afhangen van de geproduceerde hoeveelheid.

    Voorbeelden?

    Slide 8 - Slide

    Maken opgave schoenenfabriek

    Slide 9 - Slide

    Variabele kosten (verschillende soorten)
    Kosten die op korte termijn afhangen van de geproduceerde hoeveelheid.

    Voorbeelden?

    Slide 10 - Slide

    aan de slag
    6.1  en 6.2 (samen)

    In duo's: 6.3, 6.4 en 6.5
    ca. 5 minuten + bespreking

     

    Slide 11 - Slide

    Opgave 2 (samen)

    Slide 12 - Slide

    4 VWO Economie (2.1)

    Slide 13 - Slide

    programma

    1. introductie
    2. uitleg
    3. aan de slag
    4. slot

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide

    Opgave 6 (in duo's)

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Slide

    Slide 19 - Slide

    4 VWO Economie (2.1)

    Slide 20 - Slide

    programma

    1. introductie
    2. uitleg
    3. aan de slag
    4. slot

    Slide 21 - Slide

    doel van de les
    Kostenfunctie aanbieders

    Verschil tussen constante en variabele kosten in eigen woorden beschrijven

    verschillende vormen van variabele kosten herkennen

      Slide 22 - Slide

      Huiswerk
      opgave 9 en 10

      Slide 23 - Slide

      Slide 24 - Slide

      Slide 25 - Slide

      Slide 26 - Slide

      Slipperverkoper: TK = 5 Q + 1000
      De slipperverkoper kan 100 paar slippers verkopen, moet hij dat doen?

      Slide 27 - Slide

      4 VWO Economie (2.1)

      Slide 28 - Slide

      programma

      1. introductie
      2. uitleg
      3. aan de slag
      4. slot

      Slide 29 - Slide

      Slide 30 - Slide

      Slide 31 - Slide

      Aan de slag
      opgave 11 + lezen p 62
      opgave 13

      Slide 32 - Slide

      Verdere vragen?
      P 66 opgave 2

      Slide 33 - Slide

      huiswerk
      Lees 6.2 t/m p 73

      Maak: 6.6, 6.7 en 6.8

      Slide 34 - Slide

      slot

      wat heb je geleerd?





      Slide 35 - Slide

      Slide 36 - Video

      Slide 37 - Video