What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.2 - winst is winst
2.2 Winst is winst
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.2 Winst is winst
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Huiswerk gelukt ? Havo 5 t/m 10 en VWO 4 t/m 11.
Uitleg paragraaf 2.2 ( allen)
Daarna Havo opgaven 2 t/m 12 (blz 45)
VWO opgaven 4 t/m 10 (blz 49)
Slide 2 - Slide
2.2 Winst of verlies?
Om een winst of een verlies te kunnen berekenen hebben we veel informatie nodig. Waar denk je dan aan?
Slide 3 - Slide
2.2 Winst is winst?
Afzet
= alle verkochte producten (aantallen, hoeveelheid)
Omzet
= Totale Opbrengst = afzet x prijs
TO=Q x P
Voorbeeld: Je verkoopt 500 ijsjes. Prijs is 2 euro per ijsje
De omzet is 500 x 2 = 1000 euro
Slide 4 - Slide
Verschillende kosten/winst
Inkoopwaarde (van de verkopen) = kosten van de verkochte producten ( 500 euro)
Bedrijfskosten, bestaande uit: Vaste kosten en variabele kosten= 250 euro
De totale opbrengst- totale kosten=totale winst ( TW)
TO-TK=TW
1000- 750= 250 euro
Slide 5 - Slide
2.2: winst is winst
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat (winst of verlies)
Slide 6 - Slide
TO- TK=TW
TK= VK + CK
Slide 7 - Slide
Verschil variabele en constante kosten
Vaste kosten (constante kosten):
zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn onafhankelijk van de omzet)
Variabele kosten:
zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn afhankelijk van de omzet)
Slide 8 - Slide
Stap 1
: Berekenen de gevraagde hoeveelheid= Qv
Stap 2
:
Berekenen Totale winst = TW
Slide 9 - Slide
De aanbodcurve (aanbodlijn)
Formule:
Qa= 2500P-1250
Slide 10 - Slide
Er is een
POSITIEF
verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:
prijs
stijgt
-->aangeboden hoeveelheid
stijgt
ook
prijs
daalt
--> aangeboden hoeveelheid
daalt
ook
In de formule zie je dat aan het +teken voor de P
Slide 11 - Slide
Geef aan of het gaat om vaste
of een variabele kosten.
Vaste kosten
Variabele kosten
Reclamekosten
Verzendkosten
Loon vast personeel
Huur
Grondstoffen
Slide 12 - Drag question
QV
QA
vraaglijn
aanbodlijn
Slide 13 - Drag question
Aanbodlijn
Marktevenwicht
Vraaglijn van een basisproduct
Vraaglijn van een luxe product
Slide 14 - Drag question
Gegeven is de volgende functie:
Q = -2p + 40. Is er sprake van een vraag- of een aanbodfunctie?
A
Vraagfunctie
B
Aanbodfunctie
Slide 15 - Quiz
maken
alle opgaven van paragraaf 2.2 (digitaal)
de laatste 15 minuten bespreken we de opgaven
Slide 16 - Slide
More lessons like this
2.2 - winst is winst
July 2023
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.2
October 2020
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.2
December 2023
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.2 - winst is winst
April 2024
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 1 Winst is winst
October 2023
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21/22 H2.2 Winst is winst (1)
September 2024
- Lesson with
50 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
21/22 H2.2 Winst is winst (2)
September 2024
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 - §2
February 2024
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3