H11 Transport: Bloed en gaswisseling

Bloedstollend... Of EPO?
§11.4 Wat zit er in je bloed?

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bloedstollend... Of EPO?
§11.4 Wat zit er in je bloed?

Slide 1 - Slide

Benodigde kennis
  • Bloedvatenstelsel zorgt voor transport
  • 3 soorten bloedvaten en hun functie
  • bloed bestaat uit vaste bestanddelen en bloedplasma

Slide 2 - Slide

Een slagader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg
C
Vervoert meestal zuurstofrijk bloed
D
Vervoert meestal zuurstofarm bloed

Slide 3 - Quiz

Heeft de longslagader zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
A
zuurstofrijk bloed
B
zuurstofarm bloed

Slide 4 - Quiz

In de spieren gaan........ het bloed uit
A
koolstofdioxide en zuurstof
B
zuurstof en bloed
C
glucose en bloed
D
zuurstof en glucose

Slide 5 - Quiz

Wat doen de kransslagaders?
A
brengen bloed naar de longen
B
brengen bloed naar de aders
C
brengen bloed naar de hartkamers
D
brengen bloed naar de hartspier

Slide 6 - Quiz

Er gaat bloed van de linkerkamer naar een slagader. Is dit zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
A
Rijk
B
Arm

Slide 7 - Quiz

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
verduidelijking
C
pleonasme
D
hyperbool

Slide 8 - Quiz

Wat is de systolische bloeddruk
A
de druk in de ader tijdens een golf bloed
B
onderdruk
C
de druk in de slagader tijdens een golf bloed
D
ontspanningsfase

Slide 9 - Quiz

Bloedplasma bestaat uit....
A
20 % Water en 10% koolhydraten
B
91% Water en 7% eiwitten
C
30% Bloed en 40% zouten
D
100% uit bloed

Slide 10 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoer?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 11 - Quiz

Deze les...
Samen:
  • Ontstaan bloedcellen
  • EPO en de invloed op je bloedsamenstelling
  • Gaswisseling (opname en afgifte van zuurstof en CO2)

Slide 12 - Slide

Ontstaan bloedcellen
Er zijn 3 soorten 'bloedcellen':
  • rode bloedcellen
  • witte bloedcellen
  • bloedplaatjes

Slide 13 - Slide

Ontstaan bloedcellen
Bloedcellen ontstaan in beenmerg. Beenmerg bevat stamcellen.

Rode bloedcellen leven kort: 
±4 mnd. daarna afgebroken in beenmerg, milt of lever.

Hoeveelheid rode bloedcellen wordt geregeld door EPO.

Slide 14 - Slide

EPO
EPO is een belangrijke stof die aanmaak van bepaalde bloedcellen regelt.

Vragen (of: zoek op in BINAS):
  • Waar wordt EPO geproduceerd?
  • Wanneer wordt er meer EPO geproduceerd?
  • Meer EPO zorgt voor ...

Slide 15 - Slide

EPO
1. Nieren produceren EPO.
Nieren merken tekort aan zuurstof
Reageren door productie EPO

2. Beenmerg produceert hierdoor meer rode bloedcellen.

3. Nieren genoeg zuurstof, 
stop productie EPO.

Slide 16 - Slide

Functies bloed
  • afleveren stoffen:
   > zuurstof, voedingsstoffen
  • afvoeren stoffen:
   > CO2, melkzuur
  • warmte verdelen
  • ziektes bestrijden (antistoffen)
  • Via bloed ook communicatie (hormonen)

Slide 17 - Slide

Gaswisseling longen
Al bekend:
In longen uitwisseling van zuurstof en CO2

Proces hierachter: diffusie.

Zuurstof zit veel in je ingeademde lucht, weinig in je bloed.

CO2 zit veel in je bloed (afvalstof) en weinig in de ingeademde lucht.

O2
veel
weinig
veel
CO2
weinig
BINAS 83C

Slide 18 - Slide

Gaswisseling longen
Al bekend:
In longen uitwisseling van zuurstof en CO2

Proces hierachter: diffusie.

Bekijk BINAS 83C.
Hierin is 'veel/weinig' als hoge/lage druk weergegeven. Kun je de getallen van hiernaast terugvinden in BINAS?
P O2
13,3
5,3
6,1
P CO2
5,3
BINAS 83C

Slide 19 - Slide

Gaswisseling longen
Al bekend:
In longen uitwisseling van zuurstof en CO2

Proces hierachter: diffusie.

Probleem:
  • Diffusie gaat langzaam
  • Levert gelijke concentratie


Dus:
Levert veel te weinig zuurstof!
P O2
13,3
5,3
6,1
P CO2
5,3
BINAS 83C

Slide 20 - Slide

Opname zuurstof
(longen)
Oplossing voor zuurstof: hemoglobine.

Hemoglobine neemt zuurstof op uit bloedplasma. 

Gevolg:
Daling hoeveelheid zuurstof in bloedplasma.

Hierdoor meer (en snellere) diffusie mogelijk. 

P O2
13,3
5,3
BINAS 83C

Slide 21 - Slide

Opname en afgifte CO2
(rest van het lichaam)
Oplossing voor opname en afgifte CO2:

In haarvaten lichaamscellen:
  1. CO2 diffundeert bloedplasma in.

  2. Hemoglobine bindt CO2: HbCO2
  3. Rest CO2 omgevormd tot HCO3- en H
    (hier is enzym in rode bloedcel voor nodig)
  4. Hemoglobine bindt H+.

CO2
BINAS 83C
CO2
HCO3-  en    H+
enzym

Slide 22 - Slide

Gaswisseling in de weefsels
Oplossing voor opname en afgifte CO2:


In haarvaten lichaamscellen:

  1. CO2 diffundeert bloedplasma in.
  2. Hemoglobine bindt CO2: HbCO2
  3. Rest CO2 omgevormd tot HCO3- en H+
    (hier is enzym in rode bloedcel voor nodig)
  4. Hemoglobine bindt H+.

BINAS 83E

Slide 23 - Slide

Even dit verwerken...
Gebruik de volgende vragen om te checken of je dit snapt:

Makkelijke stof, dan: 47, 49, 52, 60, 63
Moeilijke stof, dan: 45, 47, 49, 50, 52, 54, 55, 61

Slide 24 - Slide

Bloedstolling
Bloed zorgt voor snel transport.
Bij verwondingen kan je bloed verliezen.

1e reactie: samentrekken spieren!
2e reactie: bloedstolling

Is bloedverlies erg?
Bloedingen snel stoppen?

Slide 25 - Slide

Bloedstolling
Belangrijk bij bloedstolling:
  • vermindering bloedstroom
  • dichten van de wond

Hierin spelen bloedplaatjes, fibrinogeen en spieren een rol.

Wat doen bloedplaatjes en fibrinogeen?

Slide 26 - Slide

bloedstolling

Slide 27 - Slide

Stollingsfactoren
Regeling van bloedstolling loopt via vaste route (BINAS 84 O):
Er zijn stollingsfactoren nodig uit:
  • beschadigde cellen
  • bloedplaatjes
  • bloedplasma: Kalium, Calcium, eiwitten.

Zorgen voor omzetting: protrombine > trombine.

Als laatste trombine: fibrinogeen > fibrine.

Slide 28 - Slide