Spelling: meervoud van zelfstandige naamwoorden

Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het meervoud van zelfstandige naamwoorden

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Even voorstellen
  • Wat weet je al? Meervoud van zelfstandige naamwoorden (voorwerpen in de klas)
  • Korte uitleg: meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiten: kom maar naar voren!

    Doel: Aan het einde van de les kun je zelfstandige naamwoorden op de juiste manier in het meervoud schrijven.

Slide 2 - Slide

Schrijf vijf voorwerpen op, die je in het lokaal ziet. Zet het meervoud erbij.

Slide 3 - Mind map

Zelfstandige naamwoorden in het meervoud
  • Zet -en achter het woord. 
    baard - baarden, braam, bramen
  • Zet -s achter het woord.
    aapje - aapjes, kassa - kassa's, BMW - BMW's
  • Zet -ën achter het woord.
    fee - feeën, knie - knieën, bacterie - bacteriën
  • Bijzondere gevallen
    weide - weiden of weides, zeeman - zeelui, melk

Slide 4 - Slide

Bedenk een voorbeeld van een zelfstandig naamwoorden met een meervoud op -en.

Slide 5 - Open question

Bedenk een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord met een meervoud op -s.

Slide 6 - Open question

Bedenk een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord met een meervoud op -ën

Slide 7 - Open question

Welke van de onderstaande zelfstandige naamwoorden is goed geschreven?
A
kniën
B
cafés
C
faraos
D
begrafen

Slide 8 - Quiz

Bekijk het volgende filmpje.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Nog even alles op een rij...

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Waarom zijn datums en data allebei goed?

Slide 13 - Open question

Noteer het meervoud van de volgende woorden. Gebruik eventueel de uitleg op de vorige pagina.
meningsverschil - vakantiebaan - boerendans - fietsenzaak - vuilniszak - hondenkluif - kabeltrui - legkip - opblaasboot - slagroomtaart - overhemd - taakstraf - bankroof - toegangsbewijs - verhuisdoos - wiskundeboek

Slide 14 - Open question

Op de volgende pagina staan een aantal zelfstandige naamwoorden. Hebben ze een meervoud met -s of met -'s? Sleep ze naar de juiste categorie.

Slide 15 - Slide

meervoud met -s
meervoud met 's 
computerruimte
dikkerd
dollarteken
dvd
etui
fotostudio
gnoe
grasmaaier
heren-wc
kaastosti
lesmethode
oppasoma
poppetje
selectie
suggestie
tiara
ufo
USB-stick

Slide 16 - Drag question

Schrijf het meervoud van de volgende woorden op.
allergie - salmonellabacterie - brasserie - hiërarchie - fantasie - fee - porie - epidemie - therapie - slee - fobie - trofee

Slide 17 - Open question

Sleep de volgende woorden naar de juiste categorie.
twee meervoudsvormen
geen meervoud
bijzonder meervoud
clublied
cruiseschip
kerosine
kleinkind
melkkoe
museum
overheid
politicus
ruimte
ruimte
teamlid
type
verjaardag
voetpad

Slide 18 - Drag question

Wat is het juiste meervoud van strategie?
A
stategiën
B
strategies
C
stategieën
D
strategicussen

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van nieuwigheid?
A
nieuwigheiden
B
nieuwigheides
C
nieuwighedes
D
nieuwigheden

Slide 20 - Quiz

Wat is het meervoud van medicus?
A
medicussen
B
medici
C
mediciën
D
medicies

Slide 21 - Quiz

Wat is het juiste meervoud van urinoir?
A
urinoirs
B
urinoiren
C
urinoirettes
D
urinoir's

Slide 22 - Quiz

Zet de volgende zelfstandig naamwoorden in het meervoud.
afvalbak - felicitatie - braderie - rotsmoes - piepkuiken - karnemelk - koekoeksei - kruisboog - dyslecticus - fopcadeau - timmerman - rund - alibi

Slide 23 - Open question

Bekijk de afbeeldingen goed.

Slide 24 - Slide

Schrijf het meervoud op van de zelfstandige naamwoorden, die je op de foto's op de vorige pagina ziet uitgebeeld.

Slide 25 - Open question

Goed gewerkt!
Je bent klaar met de opdrachten over het spellen van het meervoud van zelfstandige naamwoorden.

Er volgen nu nog een aantal vragen, om te kijken of je wat hebt opgestoken vandaag. 

Slide 26 - Slide

Waar of niet waar? Het meervoud van ooievaar kan ooievaars én ooievaren zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat is het juiste meervoud van het woord braam?
A
braamen
B
brammen
C
bramen
D
braammen

Slide 28 - Quiz

Wat is het meervoud van ree?
A
rees
B
reeën
C
reeeën
D
ree's

Slide 29 - Quiz

Wat is het meervoud van zilvervliesrijst?
A
zilvervliesrijsts
B
zilvervliesrijsten
C
zilvervliesrijst kent geen meervoudsvorm
D
zilvervliesrijstes

Slide 30 - Quiz

Extra: kijk- en luisteropdracht
Kijk eerst naar het volgende item uit EenVandaag. Beantwoord daarna de vragen.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Wat zijn millennials?

Slide 33 - Open question

Wat leren millennials op de School for Millennials?

Slide 34 - Open question

Wat is een gig economy?

Slide 35 - Open question

De apps van TruQu helpen...
A
...millennials om hun werk goed uit te voeren.
B
...werkgevers om millennials aan te trekken.
C
...werkgevers om ...millennials complimenten te geven.
D
...werkgevers om millennials aan werk te helpen.

Slide 36 - Quiz

Waar of niet waar? Millennials hebben complimenten nodig, omdat ze onzekerder zijn dan andere generaties.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

In het item wordt gesproken over een protestgeneratie. Welke beelden laten de makers daarbij zien?

Slide 38 - Open question

Millennials...
A
...geven meer uit dan vijftigers en zestigers.
B
...sparen meer dan vijftigers en zestigers.

Slide 39 - Quiz

Wat zegt psycholoog Thijs Launspach over de Millennials en politiek?
A
Millennials hebben geen interesse in politiek.
B
Millennials zullen niet zo snel gaan stemmen.
C
Millennials zullen zich niet snel verenigen in een politieke partij.
D
Millennials vragen snel hulp aan de ouderen.

Slide 40 - Quiz

Waar is Ton Wilthagen bang voor, als millennials als generatie geen zekerheden krijgen?

Slide 41 - Open question

Einde van de opdrachten
Je mag de les nu afsluiten.

Slide 42 - Slide