Taalverzorging 1.5 Werkwoordspelling Voltooide tijd

1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je herhaalt werkwoordspelling:
  • Je spelt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct.
  • Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd juist.
  • In de toetsweek krijg je de TOETS WERKWOORDSPELLING

Nieuwe theorie: 
  • Taalverzorging 2.3 Voltooide tijd
  • Oefenen met de nieuwe theorie

Slide 2 - Slide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 3 - Slide

Kies de juiste stam.

..... je toch niet zo op! (opwinden)
A
opwind
B
wind

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste stam.

Laten we ophouden, ik ..... het toch nooit (raden)
A
rad
B
raad

Slide 5 - Quiz

Waardoor ..... je je vingers toch altijd? (branden)
timer
0:10
A
brand
B
brandt

Slide 6 - Quiz

Onze coach ..... , omdat we de wedstrijd hebben gewonnen. (trakteren)
timer
0:10
A
trakteerdt
B
trakteerd
C
trakteer
D
trakteert

Slide 7 - Quiz

De uil ...... het arme muisje. (verschalken)
A
verschalkt
B
verschalkd

Slide 8 - Quiz

Dit gaat over het 2e werkwoord in de tekst.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dat heeft mij nu juist steeds zo ........ (verbazen)
A
verbaast
B
verbaasd

Slide 13 - Quiz

Het dak van de caravan heeft weer eens ...... (lekken)
A
gelekt
B
gelekd

Slide 14 - Quiz

Hoe heeft hij op ons voorstel ......? (reageren)

Slide 15 - Open question

Dat heb ik niet zo kwaad ...... (bedoelen)

Slide 16 - Open question

Taalverzorging  2.3 Volt. tijd
Opdrachten 1, 2 en 3
 Teams

Slide 17 - Slide