Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H6 Les 1 Werken in een bedrijfsrestaurant

Dienstverlening en zorg H6 Les 1
Werken in een bedrijfsrestaurant
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dienstverlening en zorg H6 Les 1
Werken in een bedrijfsrestaurant

Slide 1 - Slide

Weet je?
-Gezond eten is makkelijker dan je denkt. Gewoon slim zijn.
-Eet altijd bruin brood, verse groente en vers fruit.
-Eet regelmatig aardappels, rijst of pasta
-Eet regelmatig vis, vlees, kip of ei of b.v. soja.
-Drink altijd water. Neem regelmatig melk, karnemelk of yoghurt

Slide 2 - Slide

Terugblik
In het vorige hoofdstuk ging het over het kappersvak
-Welke werkzaamheden moet je daar doen als assistent?
-Welke eigenschappen zijn belangrijk?

Slide 3 - Slide

Doel H6: Je leert
-Welke werkzaamheden je gaat doen als je werkt als bedieningsmedewerker in een bedrijfsrestaurant
-Je helpt bij het schoonhouden, klaarzetten en afruimen van het lunchbuffet
-Soms help je bedienen bij bijeenkomsten of recepties
-Je leert wat een gezond buffet is
-Je leert respectvol, geduldig en vriendelijk omgaan met klanten
-Je leert over het ontvangen van complimenten

Slide 4 - Slide

Zelfbedieningsrestaurant
-Het bedrijfsrestaurant van een grote bank is een zelfbedieningsrestaurant
-Het is tijdens de lunch altijd druk
-De mensen die gaan lunchen lopen met een  dienblad langs het buffet
-Ze pakken zelf eten
-De 3 bedieningsmedewerkers zijn verantwoordelijk voor het buffet
-Je helpt klanten en vult etenswaren aan
-Je beantwoordt vragen en geeft informatie
-Na de lunchpauze gaan jullie alles opruimen en schoonmaken

Slide 5 - Slide

Aantrekkelijk
-Het buffet is aantrekkelijk en goed verzorgd
-Er is genoeg keus en de etenswaren zijn vers en zien er smakelijk uit
-De medewerkers  zijn beleefd en behulpzaam
-Dat is belangrijk. Klanten merken dan dat aan alles aandacht wordt besteed
-Ze krijgen een prettig gevoel en komen vaker terug

Slide 6 - Slide

Lijnbuffet
-Soms heeft een bedrijf een lijnbuffet
-De mensen lopen in een rij langs het buffet
-Ze kiezen eten uit en zetten dat op hun dienblad
-Aan het eind rekenen ze af bij de kassa
-Het buffet is een soort lijn waar je langsloopt, het gaat niet over de slanke lijn!
-Je werkt bij het buffet samen met een andere bedieningsmedewerker en een kassière

Slide 7 - Slide

Gezond eten
-In het bedrijfsrestaurant is er altijd gezond en lekker eten
-In de keuken wordt alles voor de lunch voorbereid door het keukenteam
-Zoals broodjes beleggen, salades maken en fruit wassen
-Er wordt elke dag een andere verse soep gemaakt.
-En er zijn steeds 2 verschillende warme dagschotels met verse groente
2 dagschotels

Slide 8 - Slide

Goede volgorde lijnbuffet
1. Eerst de dienbladen en de borden
2. Dan schalen met broodjes en krentenbollen
3.Glazen melk, karnemelk en sap en bekertjes yoghurt
4.kuipjes boter en margarine
5. In de vitrine: schaaltjes met salade, schaaltjes met kaas en vleeswaren en b.v. ei
6. Op de toonbank: Pannen met soep en met warm eten en soms een warme snack en fruit
7. Naast de toonbank: De kassa en bakken met bestek en servetten
snack

vitrine

Slide 9 - Slide

Wat voor een soort bedrijfsrestaurant heeft de bank? (1p)

Slide 10 - Open question

Het bedrijfsrestaurant heeft een lijnbuffet. Waarom heet dat zo? (1p)

Slide 11 - Open question

Wat is verse soep? (0,5p)
A
soep uit een pak of blik, net opgewarmd
B
soep die zelfgemaakt is van b.v. groeten en kruiden

Slide 12 - Quiz

Wat zijn gezonde, warme dagschotels?
(0,5p)
A
Maaltijden met verse groente en vlees of vis
B
kant-en-klaarmaaltijden

Slide 13 - Quiz

Welk etenswaren zijn niet gezond?
(1p)
A
bruin brood met kaas en thee
B
broodje rosbief en een banaan
C
frisdrank en chips
D
verse salade en een appel

Slide 14 - Quiz

Schrijf 4 soorten fruit op. (2p)

Slide 15 - Open question

Schrijf 4 soorten groenten op. (2p)

Slide 16 - Open question

Wat hoort niet bij bestek? (1p)
A
mes
B
vork
C
servet
D
lepel

Slide 17 - Quiz

Waar begint een lijnbuffet mee? (1p)
A
broodjes, boter en beleg
B
soep, broodjes, boter en beleg
C
broodjes, salade, warme maaltijd
D
dienbladen, borden, broodjes

Slide 18 - Quiz