Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H6 Les 2 Werken in een bedrijfsrestaurant

• Voorbereiding op arbeid
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

 Dienstverlening en zorg H6 Les 2

Werken in een bedrijfsrestaurant

Terugblik

-Je weet welke werkzaamheden je gaat doen als je werkt als bedieningsmedewerker in een bedrijfsrestaurant

-Je leerde wat een gezond buffet is

Doel H6: Je weet

-Welke werkzaamheden je gaat doen als je werkt als bedieningsmedewerker in een bedrijfsrestaurant

-Je helpt bij het schoonhouden, klaarzetten en afruimen van het lunchbuffet

-Soms help je bedienen bij bijeenkomsten of recepties

-Je leert wat een gezond buffet is

-Je leert respectvol, geduldig en vriendelijk omgaan met klanten

-Je leert over het ontvangen van complimenten

We gaan kijken hoe je met klanten om kunt gaan.

Hoe stel je vragen en hoe klantvriendelijk kun je zijn?

klanten

-Het is lunchpauze

-De bankmedewerkers komen binnen en lopen naar het buffet

-Je schept soep in een kom of warm eten op een bord als klanten erom vragen

-Er zijn ook snacks

-Je collega vult steeds broodjes, bakjes salade, fruit en melkproducten aan.

-Je beantwoordt vragen geduldig en beleefd en je geeft informatie als dat nodig is.

Hoeveel geduld??

Zie volgende filmpje.

Voelt hij de klant goed aan?

Klantvriendelijk

-Als je met klanten werkt, heb je met allerlei soorten mensen te maken

-Makkelijke en lastige mensen, aardige en vervelende mensen

-Het is de kunst om altijd professioneel te blijven

-Je bent klantvriendelijk, je probeert lastige situaties rustig op te lossen

-Als dat echt niet lukt, kun je een leidinggevende erbij vragen

Hoe zou jij met deze klant en haar klacht omgaan?

Omgaan met collega's 

(filmpje: succesvol samenwerken)

-In een restaurant moet je goed samenwerken

-Vaak zijn er ook klanten in de buurt

-Het is daarom belangrijk dat je goed met elkaar omgaat

-Daarom zijn er omgangsregels

De omgangsregels

1. Zeg altijd goedendag'

2. Help elkaar als dat nodig is

3. Heb respect voor elkaar

4. Praat met elkaar en niet over elkaar

5. Gedraag je professioneel

6.Wees klantvriendelijk

7. Zeg altijd u tegen klanten

Uitstraling

-De klanten zien het buffet en ze zien ook jou

-Ze weten gelijk dat jij daar met plezier werkt

-Dat komt door je kleding en omdat je laat zien dat je enthousiast en vriendelijk bent

-Je draagt iedere dag een schoon wit schort

-Je draagt geen hakken of slippers, want daarmee val je sneller

-Je hebt schone handen zonder sieraden, dat is hygiënisch

-Je ruikt altijd fris en als je lang haar hebt, dan doe je die in een staart, dan komen er geen haren op het eten

-Zo heb je een professionele en klantvriendelijke uitstraling!

Opruimen

-Als ze klaar zijn, zetten de klanten hun dienblad op de afruimwagen

- Als de lunchpauze is afgelopen, breng je de afruimwagen naar de keuken

-Het overgebleven eten gaat terug naar de keuken

-Etensresten gaan de afvalbak in

-De toonbank, vitrine, tafels en stoelen maken jullie keurig schoon en je veegt de vloer

Pauze

-Alles is schoon in het bedrijfsrestaurant en de keuken

-Het keukenpersoneel en de bedieningsmedewerkers hebben pauze

-Jullie eten allemaal aan een grote tafel in de keuken

-Je leidinggevende eet altijd mee. Zij vraagt of iedereen prettig heeft gewerkt

Ze zegt: "Ik vind dat jullie vandaag uitstekend werk leverden!"

Wat vind je de beste reactie? (0,5p)
Je hebt vandaag tomatensoep maar de klant lust het niet. Jij zegt:

1. Jammer, het is best een lekkere soep
2. Jammer maar misschien wilt u een kroketje?

Een klant zegt: Wat ziet alles er toch altijd lekker en netjes uit. Goed hoor!
Ik antwoord met: (0,5p)

1. Vindt u dat?
2. Dank u voor het compliment mevrouw.

Maak de omgangsregel goed af:
Zeg altijd...........als je binnenkomt (1p)

Maak de omgangsregel goed af:
Help......als dat nodig is. (1p)

Maak de omgangsregel goed af:
Heb...............voor elkaar. (1p)

Maak de omgangsregel goed af:
Praat met elkaar, .............................. (1p)

Maak de omgangsregel goed af:
Gedraag je: ........................ (1p)

Gebruik de volgende woorden bij de volgende vragen:

1. sociaal

2. professioneel

3. behulpzaam

4. beleefd

Elkaar helpen is........... (1p)

U zeggen is.............(1p)

Klantvriendelijk is...................(1p)

Praten met elkaar is.......................(1p)