Week_3h_week8_les1

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Terugblik
Stillezen (15 min)
Samen aan de slag (herfstquiz) (25 min)
Evalueren les
Vooruitblik
Iets voor jezelf (10 min)

Iemand thuis voor de online les?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Werkhouding vorige week
Ten eerste... jullie kwamen allemaal rustig binnen. TOP!
Dank voor jullie inzet (oefentoets lezen). Goede inzet!

Tip: blijf ingelogd in LessonUp (registratie inzet magister)

Docent WTT (Wattimena)
Vandaag laatste les (en misschien 2 lessen na de herfstvakantie)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging de leestoets gister bij meneer Hirschmann?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stillezen
Je leesboek vergeten? Kies een fragment uit Nieuw Nederlands (blz 192).
Muziek luisteren tijdens stillezen? Prima. Geluid zachtjes aanzetten.
timer
15:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Quiz
28 vragen

Succes! 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Vraag 1: Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 2: Een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 3: spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
Consistent
D
onmiddelijk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 4: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
hyponiem
D
antoniem

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 5: lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 6: uitdrukking
Wat betekent:
Je ziet er bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 7: grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 8: gesprekken
Hoe noem je wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Vraag 9: grammatica
Over welke woordsoorten ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 10. Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Vraag 11: Zet de zin in de verleden tijd:
Zij gaat naar Amsterdam.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Vraag 12: een uitdrukking
Hoge bomen vangen veel .....
A
regen
B
vogels
C
water
D
wind

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 13: spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
aggresief
B
agressief
C
agresief
D
aggressief

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 14: grammatica
Hoe noem je het woord in hoofdletters?
Vind jij HET vak Nederlands leuk?
A
onbepaald lidwoord
B
bepaald lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
iets anders

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 15: woordenschat
Wat is een ander woord voor "realistisch"?
A
vreemd
B
echt
C
sterk
D
anders

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 16: lezen
Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 17: grammatica
Wat is geen werkwoord?
A
ben
B
haar
C
geweest
D
loop

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 18: spelling
Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
Ik heb de wijzigingen ......
A
verwerkt
B
verwerkd
C
gewerckt
D
verwerckt

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 19: woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?
A
eenvoudig
B
gratis
C
snel
D
zonder

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 20: grammatica
Wat is dit voor een soort woord?
DE auto rijdt snel.
A
onbepaald lidwoord
B
bepaald lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen van deze antwoorden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 21. Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
maastricht
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 22.
Wat betekent amicaal?
A
gezellig
B
vriendschappelijk
C
ondernemend
D
geen idee

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00

Slide 31 - Slide

20 seconden kijken

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vraag 23. Waar zag je de caravan?
A
cijfer 3 en 7
B
cijfer 3 en 10
C
cijfer 2 en 11
D
cijfer 5 en 10

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 24. Waar zag je de bananen?
A
cijfer 10 en 13
B
cijfer 11 en 15
C
cijfer 11 en 14
D
cijfer 4 en 18

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

20 seconden kijken
Een dier verstopt in een zin.
1. De verdachte heeft niets aan een alibi zonder bewijs.
(bizon)
2. Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen? (panter)
Nu jij..........................................

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vraag 25. Welk dier vind je in de volgende zin?
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn. 

eekhoorn

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vraag 26. Welk dier vind je in de volgende zin?
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd? 

pauw

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Vraag 27. Welk dier vind je in de volgende zin?
In de speeltuin gaan de kinderen graag op de schommel.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
In de speeltuin gaan de kinderen graag op de schommel.

hommel

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

35 sec
Vraag 28. Het woord dat in de rebus stond was:
A
vliegenmeppers
B
vliegreizen
C
vliegtuigstoel
D
vliegtuigstoelen

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

En de winnaar is:.................!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging het stillezen?
Hoe ging de quiz?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Nu: iets voor jezelf!
Fijne herfstvakantie alvast.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions