1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

Paragraaf 1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Pa
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.4 Schimmelrijk en bacterierijk
Pa

Slide 1 - Slide

Welke zes onderdelen heeft een plantencel?

Slide 2 - Open question

Welke drie onderdelen heeft een dierlijke cel?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van een schimmel herkennen en benoemen.
  • Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen.
  • Je kunt de onderdelen van een bacteriecel benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen. 
  • Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf en voedselinfecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat. 

Slide 4 - Slide

Schimmels
  • Zwamvlok: netwerk van dunne draden
  • Sporenkapsels: organen waarin sporen (voortplantingscellen) worden gemaakt 

Slide 5 - Slide

Schimmelcel
  1. Celwand
  2. Celmembraan
  3. Cytoplasma
  4. Vacuole
  5. Celkern 

Slide 6 - Slide

Bacterielcel
  1. Celwand
  2. Celmembraan
  3. Cytoplasma

De chromosomen (DNA) liggen los in het cytoplasma.

Slide 7 - Slide

Conclusie
Heeft de cel plastiden? JA -> het is een plant

Heeft de cel een celwand? Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Slide 8 - Slide

Schimmels en bacteriën voeden zich met delen of resten van planten en dieren.
Schimmels vermeerderen zich door sporen. Bacteriën delen zich. Hier is warmte, vocht en voldoende zuurstof voor nodig.

Slide 9 - Slide


Voedselbederf
Voedselinfectie: bacteriën of schimmels komen op voedsel terecht en zorgen ervoor dat je ziek wordt.

Conserveren: langer houdbaar maken van voedsel -> De groei van schimmels en bacteriën op voedsel kun je tegengaan, door ze te doden of de leefomstandigheden zo ongunstig mogelijk te maken.

Slide 10 - Slide

Voedsel conserveren remt de groei
  1. Drogen -> te weinig water
  2. Verhitten (steriliseren = lang verhitten op 120 graden & pasteuriseren = kort verhitten op 70 graden) -> te hoge temperatuur
  3. Koelen/vriezen -> te lage temperatuur
  4. Conserveermiddel toevoegen (zuur, zout, suiker, alcohol)
  5. Vacuüm/gas verpakken -> te weinig zuurstof

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 1.4 Lees blz. 31 t/m 41
Maak vraag 3, 5, 7, 9, 11, 14, 16, 19, 20, 26, 27 
Kijk ook na!

Slide 12 - Slide