1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Paragraaf 1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

Pa

Welke zes onderdelen heeft een plantencel?

Welke drie onderdelen heeft een dierlijke cel?

Leerdoelen

• Je kunt de delen van een schimmel herkennen en benoemen.
• Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen.
• Je kunt de onderdelen van een bacteriecel benoemen.
• Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen. 
• Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf en voedselinfecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat. 

1. Je kunt de delen van een schimmel herkennen en benoemen. (bron 1)

2. Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen. (bron 2)

Schimmels

• Zwamvlok: netwerk van dunne draden
• Sporenkapsels: organen waarin sporen (voortplantingscellen) worden gemaakt 
• Paddenstoelen

Schimmelcel

1. Celwand
2. Celmembraan
3. Cytoplasma
4. Vacuole
5. Celkern 

Dus alle, behalve bladgroenkorrels

3. Je kunt de onderdelen van een bacteriecel benoemen. (bron 3)

Bacteriecel

1. Celwand
2. Celmembraan
3. Cytoplasma

+ zweepharen (voortbeweging)

-> De chromosomen (DNA) liggen los in het cytoplasma.

Conclusie: Stappenplan!!

1. Heeft de cel bladgroenkorrels (/kleurstofkorrels/zetmeelkorrels)? Ja -> het is een plant
2. Heeft de cel een celwand? Nee -> het is een dier
3. Heeft de cel een celkern? Nee -> het is een bacterie
4. Anders is het een schimmel

4. Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen. (bron 6) 

Schimmels en bacteriën voeden zich met delen of resten van planten en dieren -> mineralen in de bodem

Schimmels vermeerderen zich door sporen. Bacteriën delen zich. Hier is warmte, vocht en voldoende zuurstof voor nodig.

5. Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën voedselbederf en voedselinfecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat. (bron 8)

Voedselbederf

Voedselinfectie: bacteriën of schimmels komen op voedsel terecht en zorgen ervoor dat je ziek wordt.

Conserveren: langer houdbaar maken van voedsel -> groei schimmels en bacteriën tegengaan

• Doden
• Leefomstandigheden zo ongunstig mogelijk maken

Voedsel conserveren remt de groei

1. Drogen -> te weinig water
2. Verhitten (steriliseren = lang verhitten op 120 graden & pasteuriseren = kort verhitten op 70 graden) -> te hoge temperatuur
3. Koelen/vriezen -> te lage temperatuur
4. Conserveermiddel toevoegen (zuur, zout, suiker, alcohol) -> ongunstig
5. Vacuüm/gas verpakken -> te weinig zuurstof

Huiswerk

Aantekeningen 1.4 afmaken.

Bestudeer blz. 31 t/m 41.
Maken + nakijken opdr. 3, 5, 7, 9, 11, 14, 16, 19, 20, 26, 27.