Alles wordt duurder

Nieuwsbegrip: Alles wordt duurder
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 4-8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nieuwsbegrip: Alles wordt duurder

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de tekst?

Slide 2 - Mind map

Waar worden spullen gemaakt?
A
In fabrieken
B
Bij Evelien haar thuis
C
Op school
D
Op het station

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar:
olie en gas zijn goedkoper dan een jaar geleden.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe besparen mensen geld?
A
Ze douchen korter.
B
Ze zetten de verwarming laag.
C
Ze eten alleen maar frietjes.
D
Ze douchen kouder.

Slide 5 - Quiz

Vul in:
Wij ____________ een wasmachine nodig. (hebben)
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 6 - Quiz

Vul in:
Evelien ________________ haar geld aan potloden van de Action. (verspillen)
A
verspillen
B
verspil
C
verspilt
D
verspillt

Slide 7 - Quiz

Vul in:
Mama en ik ___________ voor de boodschappen. (betalen)
A
betalen
B
betaalt
C
betaalen
D
betaal

Slide 8 - Quiz

Vul in:
De man __________ de wasmachine af.
(afleveren)
A
leveren
B
levert
C
lever
D
levvert

Slide 9 - Quiz

1. Schrijf

Slide 10 - Open question

2. Schrijf

Slide 11 - Open question

3. Schrijf

Slide 12 - Open question

4. Schrijf

Slide 13 - Open question

5. Schrijf

Slide 14 - Open question

6. Schrijf

Slide 15 - Open question

Ik ga de toets vrijdag goed maken!
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll