Grammar THEME 1

THEME 1
1.Short yes/no answers
2.Modals
3.Future
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

THEME 1
1.Short yes/no answers
2.Modals
3.Future

Slide 1 - Slide

Uitleg: yes/no answers

In het Engels is het beleefd om een vraag niet alleen met ja/nee te antwoorden.

to be ( am/are/is/was/were) + hulp .ww. : are/aren't

                                                                                                 could/couldn't 

Andere ww. :

t.t: do/does- don't doesn't

v.t: did/didn't

Slide 2 - Slide

Voorbeelden

Did she go to school yesterday? 
- Yes, she did.
- No, she didn't.


Could I borrow your pen?
- Yes, you can.
- No, you can't.

Slide 3 - Slide

Did she do her homework?
A
Yes, she does
B
yes, she did

Slide 4 - Quiz

Are they dating?
A
Yes, they are
B
Yes, they do

Slide 5 - Quiz

MODALS
Je gebruikt may / might om toestemming te vragen.
may= mogen (t.t) feitelijke mogelijkheid
might=zou mogen (erg formeel en verleden tijd van may)
hypothetisch: als het idee nog bewezen moet worden

Je gebruikt to be allowed to om toestemming te vragen.
to be allowed to= toegestaan om ( volgens bepaalde regels)

Slide 6 - Slide

We....go on holdiday this year.
A
may
B
are allowed to

Slide 7 - Quiz

If I win the lottery, I ....buy you a villa.
A
may
B
might

Slide 8 - Quiz

FUTURE ( toekomende tijd)
Will: spontaan/niet zeker GEEN bewijs
Am/are/is going to: plan/ voorspelling met BEWIJS
Present continuous ( am/are/is ww+ing): plan tijd datum is duideijk
Present simple (t.t): volgens een vast schema

Slide 9 - Slide

The train normally ......at eight.
A
will leave
B
is going to leave
C
leaves
D
is leaving

Slide 10 - Quiz

She .......a party next Saturday.
A
will have
B
is going to have
C
has
D
is having

Slide 11 - Quiz

I think Enzo Knol..... something on Youtube.
A
will post
B
is going to post
C
posts
D
is posting

Slide 12 - Quiz

We .....at the party.
A
will sing
B
are going to sing
C
sing
D
are singing

Slide 13 - Quiz

Welk onderdeel moet je nog herhalen?
1.Ga nu naar de yurls site en kies het onderdeel die je nog moet herhalen. ( www.dalengels.yurls.net)
2.maak de grammatica digichecks.
! noteer het probleem waar je steeds tegenaan loopt.
( na de kerstvakantie gaan we alle vragen die er zijn nog eens bij langs)

Slide 14 - Slide

Hoe vorm je een ja/nee antwoord?


1. Je begint met ja/nee.
2. herhaal het onderwerp uit de vraag.
3. herhaal het eerste werkwoord uit de vraag.


Slide 15 - Slide

Let op!

*** Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' of 'we' in je antwoord.

Are you interested in comic books?
- Yes, I am/we are. 
- No, I am not/ we aren't.


Kijk goed of je 'I' of 'we' moet gebruiken. Soms kunnen ze allebei.


Slide 16 - Slide

Let op!

Zie je 'I' in de vraag, dan kun je ook met 'you' antwoorden.
Am I 14 years old?
Yes, you are.


Dit geldt ook voor 'we' in de vraag.
Are we at school tomorrow?
Yes, you are.

Slide 17 - Slide

Let op!

*** Als het antwoord met 'NO' begint, dan zet je not achter het werkwoord.


Could he help me with my homework?
- Yes, he could.
- No, he couldn't.

Slide 18 - Slide

In het kort

Een ja/nee antwoord in het Engels ziet er als volgt uit:
- Yes/No - onderwerp - werkwoord (+ not).


*Zie je 'you' in de vraag, dan gebruik je 'I' of 'we' in jouw antwoord.
*Zie je 'I' en 'We' in de vraag, dan gebruik je vaak 'you' in jouw antwoord.

Slide 19 - Slide

Geef antwoord:
Would you like to help me?
Yes, ....

Slide 20 - Open question

Maak af:
Does he know how to finish that task?
No, ...

Slide 21 - Open question

Practise

This lesson up is used for exercises 12 + 13 on page 14 of your AB.


Start with these exercises now.



Slide 22 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 23 - Open question

Wat ging nog niet goed tijdens het oefenen?

Slide 24 - Open question