2.2.1 Je kunt de symbolen van krachten benoemen.
2.2.2 Je kunt beredeneren hoe groot de krachten in een situatie van evenwicht zijn.
2.2.3 Je kunt de veerconstante van een veer bepalen.
2.2.4 Je kunt de resulterende kracht berekenen van krachten die in dezelfde lijn liggen.
2.2.5 Je kunt met de parallellogrammethode de resulterende kracht bepalen van twee krachten die niet in dezelfde lijn liggen.