L'adjectif

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

SALUT !

-Ga op je plek zitten

-Doe je jas uit

-Leg je boek op tafel

-Log in op de LessonUp

-Kijk naar de docent

Qu'est-ce que nous avons fait 

-Le passé composé

-Le vlog

La question du jour :
Tu aimes manger où ?

Les objectifs

-Ik kan iemand in een korte zin beschrijven met een bijvoeglijk naamwoord

-Ik kan een Frans bijvoeglijk nmw goed 'vervoegen' als ze regelmatig zijn

Le programme

-Uitleg over het bijvoeglijk naamwoord

-Samen oefenen op Lessen Up

-Zelfstandig opdrachten maken

Bijvoegelijk naamwoord

Mees loopt snel met Elisa door het groene bos

Bijvoeglijk nmw (l'adjectif)

1) Het bijvoeglijk nmw (bv) zegt iets over een zelfstandig new

Le frère est grand

2) In het Frans past het bv zich aan op het zn waar het bij hoort

Bijvoeglijk nmw (l'adjectif)

-Arthur est petit

-Arthur et Martin sont petits

-Sophie est petite

-Sophie et Emma sont petites

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud	-	+e
Meervoud	+s	+es

Bijvoeglijk nmw (l'adjectif)

Eindigt het bv op een -e? 

Geen extra e bij vrouwelijke enkelvoud & meervoud

Timide = verlegen

Une fille timide 

Deux filles timides

Bijvoeglijk nmw (l'adjectif)

Onregelmatige vormen:

Beau - belle - beaux - belles = mooi

Nouveau - nouvelle - nouveaux - nouvelles = nieuw

Vieux - vieille - vieux - vieilles = oud

Lars est

1. Grand
2. Grands
3. Grande
4. Grandes

Laure est

1. Petit
2. Petits
3. Petite
4. Petites

Denzel et Lars portents des t-shirts

1. Vert
2. Verts
3. Verte
4. Vertes

Le chien et le chat de Joris sont ... (sympa)

Ma grand-mère et Sabrina sont ... (timide)

Au travail (page 36-39)

-Fait les exercices : 30, 31, 32, 33 et 34

-Finis? Apprend le vocabulaire à la page 40 + 41