What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 4
PROGRAMMA
Check startklaar
Welkom
Planning
Investeer in jezelf-werk
Terugblik
Wat ga je leren?
Instructie
Aan de slag: keuze
Evaluatie + reflectie
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
PROGRAMMA
Check startklaar
Welkom
Planning
Investeer in jezelf-werk
Terugblik
Wat ga je leren?
Instructie
Aan de slag: keuze
Evaluatie + reflectie
Slide 1 - Slide
Be all you can be!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
INVESTEER-IN-JEZELF-WERK
Slide 8 - Slide
yuverta.magister.net
Slide 9 - Link
Terugblik + "soep proeven"
Eerste wiskundeles
Kennismaking wiskundeboek
Startgevoel bij wiskunde
In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde
Slide 10 - Slide
Ik kan de variabelen in een woordformule
aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een woordformule
aangeven.
Ik kan het begingetal in een woordformule
aangeven.
variabelen
Zijn de woorden in de formule.
Staan aan het begin en aan het einde.
begingetal
Staat altijd alleen naast de + of -.
stijggetal en daalgetal
Staan altijd naast de x en de variabele.
Schrijf de - ervoor ook op.
De + ervoor hoef je niet op te schrijven.
Slide 11 - Slide
Ik weet wat een lineair verband bij een woordformule
betekent.
Bij een situatie met regelmaat hoort een
lineair verband
.
Bij een lineair verband kun je een woordformule maken.
Fabiënne verdient
elk uur €5,36
.
Dat is een
regelmaat
.
Er is een
verband tussen
het
aantal uren
dat ze werkt en haar
inkomsten
.
Slide 12 - Slide
Ik kan de variabelen in een situatie aangeven.
Ik kan het stijg- en daalgetal in een situatie aangeven.
Ik kan het begingetal in een situatie aangeven
Ik kan een woordformule bij een situatie maken.
variabelen
stijggetal en daalgetal
begingetal
formule
hoogte (m) = 50 - 17 x tijd (minuten)
Zijn de woorden met een eenheid (bijvoorbeeld meters en minuten).
Schrijf eerst de variabele op die je kunt berekenen
en het = teken. De anderen met het x teken ervoor.
Kijk wat er daalt of stijgt.
Staat meestal bij de woorden "per" of "elk
Kijk naar de beginsituatie.
Slide 13 - Slide
I
k weet wat een lineaire formule is.
Bij een tabel met regelmaat hoort een
lineaire woordformule
.
Slide 14 - Slide
Welke formule hoort bij de tabel?
Een kwestie van invullen.
Slide 15 - Slide
WAT HEB JE GELEERD?
En wat heb je onthouden?
Slide 16 - Slide
"Soep proeven"
Je hebt de lesstof nu geoefend.
Hoe proeft jouw soep?
Hoe ontwikkel jij je?
Hoe kun jij jouw soep nog lekkerder maken?
Slide 17 - Slide
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ met spaties)
L1 blz. 61
Slide 18 - Open question
Schrijf een woordformule op die bij dit verband hoort.
(typ met spaties)
Testopgave
blz. 59
Slide 19 - Open question
L2
blz. 70
A
Formule 1 hoort bij de tabel.
B
Formule 2 hoort bij de tabel.
C
Formule 3 hoort bij de tabel.
D
Ik begrijp het nog niet.
Slide 20 - Quiz
Heb je hetzelfde opgeschreven?
Slide 21 - Slide
testopgave B blz. 63
A
Formule 1 hoort bij de tabel.
B
Formule 2 hoort bij de tabel.
C
Formule 3 hoort bij de tabel.
D
Ik begrijp het nog niet.
Slide 22 - Quiz
Heb je hetzelfde opgeschreven?
Slide 23 - Slide
WAT GA JE LEREN?
Ik kan een lineaire woordformule opstellen bij een tabel met regelmaat.
Slide 24 - Slide
INSTRUCTIE
Slide 25 - Slide
Woordformule bij een tabel met een stijggetal
Woordformule bij een tabel met een daalgetal
Slide 26 - Slide
Woordformule bij een tabel met een daalgetal
Maak de woordformule bij de tabel.
Slide 27 - Slide
Kies hoe jij les 4 wilt oefenen.
of
Gebruik je boek om de berekeningen in op te schrijven.
Slide 28 - Slide
QUIZ 3
Woordformule en tabel
Slide 29 - Slide
Welke woordformule hoort bij de tabel watertank?
Typ met spaties.
18
Slide 30 - Open question
Welke woordformule hoort bij het leegpompen van een zwembad?
Typ met spaties.
20
Slide 31 - Open question
De tabel hoort bij de wandeling van Javier.
In de tabel zit regelmaat.
Maak de woordformule bij de tabel.
Typ met spaties.
21
Slide 32 - Open question
De tabel hoort bij het huren
van een aanhangwagen.
In de tabel zit regelmaat. Welke woordformule hoort bij de tabel?
Typ met spaties.
23
Slide 33 - Open question
24
Slide 34 - Slide
Uitleg
24
Slide 35 - Slide
De tabel hoort bij de vlucht van een zweefvliegtuig.
In de tabel zit regelmaat.
Welke woordformule hoort bij de tabel?
Typ met spaties.
24
Slide 36 - Open question
REFLECTIE
Slide 37 - Slide
Begrijp je alle leerdoelen ?
wist dit al
ja
bijna
een beetje
nog niet
Slide 38 - Poll
Hoe was je inzet?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 39 - Poll
Vooruitblik
volgende les
VOLGENDE LES
par. 4.3
eigen keuze van oefenen
Slide 40 - Slide
INVESTEER-IN-JEZELF-WERK
Slide 41 - Slide
Geniet van de vakantie!
Tot in het nieuwe jaar!
Slide 42 - Slide
More lessons like this
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen Les 5
10 days ago
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Thema 3 Formules, grafieken en vergelijkingen D-TOETS H2
3 days ago
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Soeptoets
June 2024
- Lesson with
52 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
2BK Formules en Grafieken
January 2024
- Lesson with
42 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
H7 formules en grafieken teams
May 2022
- Lesson with
37 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
QUIZ 3 + THEORIE Woordformule maken bij een tabel
20 days ago
- Lesson with
13 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Soeptoets
June 2024
- Lesson with
50 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
M3 H3 Formules en Grafieken
17 days ago
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3