Blok 3: Zorg of bemoeizucht

Agenda invullen
M.  Start 1, 2, 4, 5 + Blok 1 1 t/10
Lz: 29, tm 31 
Lr: K&K + begr.

Werkvermindering: 3 overslaan
Havo 
Denk ook aan het inplannen van je PO!

2C & 2D bij 19 oktober
2A & 2B bij 21 oktober
2E  & 2F bij 22 november

1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Agenda invullen
M.  Start 1, 2, 4, 5 + Blok 1 1 t/10
Lz: 29, tm 31 
Lr: K&K + begr.

Werkvermindering: 3 overslaan
Havo 
Denk ook aan het inplannen van je PO!

2C & 2D bij 19 oktober
2A & 2B bij 21 oktober
2E  & 2F bij 22 november

Slide 1 - Slide

3. Zorg of bemoeizucht
Deelvraag: Leidt de zorg van de overheid tot vrijheid of onvrijheid?

Slide 2 - Slide

Wat kun je na blok 3?
  • uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
  • de ontwikkeling van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat beschrijven.
  • drie vormen van sociale zekerheid noemen.
  • uitleggen hoe de sociale zekerheid betaald wordt..
  • uitleggen wat het verschil is tussen directe belastingen en indirecte belastingen.
  • uitleggen waarom de overheid accijns heft.
  • berekeningen maken met btw.
  • berekeningen maken met gegevens uit de rijksbegroting.
  • uitleggen hoe het begrotingstekort de staatsschuld veroorzaakt.
  • uitleggen wat de ‘valkuil van de sociale zekerheid’ is.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Uitleg
2. Zelfstandig werken
3. Filmpje
4. Samen werken

Slide 4 - Slide

Zorgen voor jezelf
Behoefte = alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben.

Basisbehoefte = iets wat je nodig hebt om te overleven.
-->Bijvoorbeeld: een huis of kleding.

Overige behoeften: alle andere behoeften.


Als iedereen kan voorzien in zijn eigen behoeften, is de welvaart groot.

Slide 5 - Slide

Voor iedereen
De overheid zorgt voor goederen die voor iedereen zijn: dijken, wegen, straatverlichting...

De overheid betaalt die goederen met het geld van de belasting.

Soms vraagt de overheid toch een extra bijdrage in de vorm van tol.

Voor de Westerscheldetunnel in Zeeland moet je tol betalen.

Slide 6 - Slide

De overheid zorgt voor je
1850 Liberalen aan de macht. 
--> wilden een staat met weinig overheidsbemoeienis, een nachtwakersstaat.

Na 1870  begon de industrialisatie
-1874 Kinderwetje van Van Houten
-1901 Ongevallenwet

Volgens het kinderwetje mochten kinderen jonger dan 12 niet meer werken in fabrieken

Slide 7 - Slide

De overheid zorgt voor je
Jaren ’30 economische crisis:
-Werkgelegenheidsproject: Afsluitdijk.

Na de Tweede Wereldoorlog wilde de overheid een bestaansminimum garanderen: verzorgingsstaat.
De overheid zorgde voor een vangnet voor alle burgers. 

Als je werkloos was in de jaren ’30, moest je twee keer per dag stempelen om een kleine uitkering te ontvangen. Foto uit 1931.

Slide 8 - Slide

Zorgen voor elkaar
Er is in Nederland sociale zekerheid: een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

  • Werknemersverzekeringen voor mensen die werken: werkloosheid (WW) en arbeidsongeschiktheid (WIA). 
  •  Volksverzekeringen voor iedereen: ouderdom (AOW), kinderbijslag. 
  •  Sociale voorzieningen: bijstand (WWB), huurtoeslag, zorgtoeslag. 

Slide 9 - Slide

Stil werken
M. Blok 3:  1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO

L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen

Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Samen werken
M. Blok 3: 1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO


L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen


Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 
timer
15:00

Slide 12 - Slide

3. Zorg of bemoeizucht
Deelvraag: Leidt de zorg van de overheid tot vrijheid of onvrijheid?

Slide 13 - Slide

Wat kun je na blok 3?
  • uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
  • de ontwikkeling van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat beschrijven.
  • drie vormen van sociale zekerheid noemen.
  • uitleggen hoe de sociale zekerheid betaald wordt..
  • uitleggen wat het verschil is tussen directe belastingen en indirecte belastingen.
  • uitleggen waarom de overheid accijns heft.
  • berekeningen maken met btw.
  • berekeningen maken met gegevens uit de rijksbegroting.
  • uitleggen hoe het begrotingstekort de staatsschuld veroorzaakt.
  • uitleggen wat de ‘valkuil van de sociale zekerheid’ is.

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Uitleg
2. Zelfstandig werken
3. Samen werken
4. Quizlet

Slide 15 - Slide

Wie betaald dat allemaal?
De overheid ontvangt geld van de inwoners van Nederland. Zij betalen belasting en sociale premies.

  • Mensen die werken spreken met hun baas een brutoloon af.
  • Op je rekening ontvang je je nettoloon.
    Dat is je brutoloon - de loonheffing.
  • Loonheffing bestaat uit de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen. 


Slide 16 - Slide

Op je loonstrookje staat hoeveel loonheffing je betaalt.

Slide 17 - Slide

De overheid beperkt e stimuleert
  • Accijns = extra belasting op ongezonde en milieuvervuilende producten. 
  • Op alle producten die worden verkocht, zit belasting op de toegevoegde waarde (btw). 

  • Subsidie = een bedrag dat je krijgt als beloning voor goed gedrag. 

Voor sigaretten betaal je veel accijns

Slide 18 - Slide

De overheid beperkt en stimuleert
Direct belasting = belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt: loon- en inkomstenbelasting.

Indirecte belasting = belasting die je via een omweg betaalt, zoals btw of accijns. Dat betaal je aan de winkelier, die het afdraagt aan de overheid.

Slide 19 - Slide

Plannen van de regering
Op Prinsjesdag leest de koning de Troonrede voor. Daarin staan de plannen van de regering voor het volgend jaar.

  • Rijksbegroting: overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid voor het volgend jaar. 
  • Als de overheid van plan is meer uit te geven dan ze denkt te ontvangen, is er een begrotingstekort
  • Als de overheid geld leent, ontstaat er een staatsschuld

Slide 20 - Slide

Nadelen van sociale zekerheid

Hoge belasting en sociale premies stimuleert mensen niet om betaald werk te zoeken. 

Sommigen mensen gaan zwart werken: stiekem werken zonder belasting en premies te betalen.

Valkuil van de sociale zekerheid

Slide 21 - Slide

Stil werken
M. Blok 3:  1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO

L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen

Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Samen werken
M. Blok 3: 1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO


L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen


Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

3. Zorg of bemoeizucht
Deelvraag: Leidt de zorg van de overheid tot vrijheid of onvrijheid?

Slide 25 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Zelfstandig werken
2. Tussentijdse check: Hoe ver ben je met al je werk?
3. Samen werken

Slide 26 - Slide

Stil werken
M. Blok 3:  1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO

L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen

Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Hoe ver ben je al? 
Bespreek in je groepje:
1. Heb je blok 1 en 2 af en laten aftekenen?
2. Welke onderdelen van het PO heb je al af?
3. Heb je al de begrippen en Kennen&Kunnen lijst van blok 1 en 2 geleerd?
4. Hoe heb je het leerwerk in je agenda ingepland. Laat dit elkaar zien. 

Klassikaal
1. Bij wie gaat het echt goed? Hoe krijgen anderen dat ook voor elkaar?

Bij de docent
1. Wie zou er graag nog extra hulp willen met inplannen/overzicht? Neem je agenda mee. 

Slide 28 - Slide

Samen werken
M. Blok 3: 1 t/m 10, 13, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 27
Werkvermindering? : overleg met je docent
Werken aan je PO


L: begr Blok 1, 2 & 3
L: Kennen en Kunnen


Denk aan: Netjes werken, hoofdletters, punten & verbeteren in een andere kleur. 

Slide 29 - Slide