oefenen met spelling overig klas 4

Waar staan de woorden juist gespeld?
A
'T is koud vandaag. kerstboom
B
't Is koud vandaag. kerstboom
C
'T is koud vandaag. Kerstboom
D
't Is koud vandaag. Kerstboom
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Waar staan de woorden juist gespeld?
A
'T is koud vandaag. kerstboom
B
't Is koud vandaag. kerstboom
C
'T is koud vandaag. Kerstboom
D
't Is koud vandaag. Kerstboom

Slide 1 - Quiz

Waar staan de leestekens op de juiste plek?
A
De president vroeg: "Heb ik de verkiezingen verloren?"
B
De president vroeg, "Heb ik de verkiezingen verloren?"
C
"Heb ik de verkiezingen verloren?", vroeg de president.
D
"Heb ik de verkiezingen verloren?": vroeg de president.

Slide 2 - Quiz

Waar staan de woorden met het correcte meervoud?
A
lama's, hbo's, fotograven, logé's
B
lamaas, hbo's, fotografen, logé's
C
lama's, hbo's, fotografen, logés
D
lama's, hbo-s, fotografen, logés

Slide 3 - Quiz

Waar staan de woorden met het correcte meervoud?
A
bases, media, antibiotica, data
B
basissen, mediums, antibioticums, data's
C
basissen, media, antibioticums, data's
D
bases, media's, antibiotica, data

Slide 4 - Quiz

Waar staan de verkleinwoorden juist gespeld?
A
lama'tje, dvd'tje, lotje
B
lamaatje, dvd'tje, lootje
C
lamaatje, dvd-tje, lootje
D
lamaatje, dvd'tje, lotje

Slide 5 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
in dienst treding
B
indiensttreding
C
indienst treding
D
in diensttreding

Slide 6 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
renteinkomsten
B
rente-inkomsten
C
renteïnkomsten
D
rente inkomsten

Slide 7 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
hbostudie
B
hbo-studie
C
hbo studie
D
hbo'studie

Slide 8 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
carnavalsfeesten en -optochten
B
carnavalsfeesten en optochten
C
carnavals- en carnavalsoptochten
D
carnavalsfeesten- en optochten

Slide 9 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
melodieen
B
melodieën
C
melodie-en
D
melodiën

Slide 10 - Quiz

Welk woord is juist geschreven?
A
mbo-er
B
mboër
C
mbo'er
D
mbo er

Slide 11 - Quiz