Homoniemen

Ga naar lessonup.nl en vul de onderstaande code in.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ga naar lessonup.nl en vul de onderstaande code in.

Slide 1 - Slide

Wat is een homonien?
Een woord met meerdere betekenissen. 

Slide 2 - Slide

 bank voor geldzaken
bank om op te zitten

Slide 3 - Slide

zeehonden op een zandbank

Slide 4 - Slide

bank
De zeeman moest nodig naar de bank. Daar lag zijn schip aan de grond en kon niet meer verder varen.  Met een bootje voer hij er naar toe om en hij zat een beetje onrustig op het bankje in het bootje.  Ne een half uur roeien kwam hij bij zijn schip aan. Toen hij de schade aan zijn schip zag dacht hij: ik moet naar de bank.

Slide 5 - Slide

kater
kater

Slide 6 - Slide

kater
De man heeft een kater. Het beestje heet Max. Het ligt altijd op de bank.

De man heeft een kater. Hij heeft hoofdpijn en voelt zich moe, want gisteren heeft hij te veel bier gedronken.

Slide 7 - Slide

arm
arm

Slide 8 - Slide

akkoord
akkoord

Slide 9 - Slide

bus voor vervoer
bus om iets in te bewaren

Slide 10 - Slide

de zangeres bereikte een akkoord met de platenmaatschappij.
A
deal
B
overeenkomst
C
muzieknoten
D
liedje

Slide 11 - Quiz

De gitarist speelde een moeilijk akkoord op zijn gitaar.
A
muzieknoten die samen klinken
B
1 muziek noot
C
deal
D
overeenkomst

Slide 12 - Quiz

Doe jij de chocoladedrank even in een mijn kop?
A
hoofd
B
beker

Slide 13 - Quiz

Er schijnt een licht door het raam naar binnen.
A
niet zwaar
B
een schijnsel

Slide 14 - Quiz

bus
Waarom is dit grappig?

Slide 15 - Slide

post
Leg uit wat hier verkeerd is gegaan?

Slide 16 - Slide

uitklappen
De stoel is uitgeklapt.

In welke twee betekenissen wordt het woord klappen hier gebruikt?

Slide 17 - Slide

wat zijn homoniemen?

Slide 18 - Mind map