Je leest de tekst heel aandachtig van het begin tot het eind.
Je wilt de deelonderwerpen bepalen.
Slide 5 - Drag question
Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin wil vinden?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen
Slide 6 - Quiz
Aan de slag
Wat: opdrachten 1 en 2, pagina 11
Hoe: zelfstandig in stilte
Hulp: Groene blok met theorie op blz. 10
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: klassikaal bespreken
Eerder klaar? Lees de theorie nog eens door.
timer
15:00
Slide 7 - Slide
Lesplanning
Lesdoel
Cursus 1 § 2 Onderwerp en hoofdgedachte
Zelf aan de slag
Slide 8 - Slide
§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
Lesdoel: je leert het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen
Slide 9 - Slide
Het onderwerp van een tekst
Iedere tekst gaat ergens over. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat het onderwerp is.
1) Lees de tekst oriënterend
2) Stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
3) Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op (een paar woorden, geen zin)
Slide 10 - Slide
Hoe vind ik het onderwerp van een tekst?
A
Door alleen naar de titel te kijken.
B
Door te kijken naar de titel en tussenkopjes
C
Door de inleiding te lezen en te kijken naar de tussenkopjes.
D
Door te kijken naar de tussenkopjes, titel, illustraties en de inleiding te lezen.
Slide 11 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze tekst?
In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel gewoon door.
Slide 12 - Open question
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvatwat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
1) Lees de tekst precies.
2a) Kijk of de hoofdgedachte in de inleiding of het slot van de tekst staat, want daar staat deze hoofdgedachte soms letterlijk in.
2b) Zo niet, vraag je jezelf dan af: wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt (en stel de hoofdgedachte zelf samen).
Slide 13 - Slide
De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.
Slide 14 - Quiz
De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
de samenvatting van een tekst in één zin.
D
de samenvatting
Slide 15 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 16 - Quiz
Aan de slag
Wat: Maken blz. 18 opdracht 1 en 1.2
+ Maken blz. 19 opdracht 3.1 en 3.2
Hoe: Zelfstandig in stilte
Hulp: Groene blok met theorie op blz. 18
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Zo bespreken we dit na
Klaar: Maak ook opdracht 9 op bladzijde 22 (t/m opdr. 9.7)
timer
10:00
Slide 17 - Slide
LESDOELEN gehaald?:
* Je kunt lees- en luister-strategieën gebruiken
* Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid