Laatste toetsopdracht:
WAT VIND JIJ? Je hebt net tekst 1 gelezen met als titel: “XXX” en tekst 2 met als titel “YYY”. Verder heb je in de lessen verschillende teksten over ‘online zijn’ gelezen en besproken.
Geef hieronder antwoord op de vraag “AAA?” in een kort betoog. Je betoog moet minimaal 150 en mag maximaal 250 woorden zijn.
Haal je argumenten uit de teksten: tekst 1, tekst 2 en de teksten uit de lessen. Haal minstens één argument uit tekst 1, één argument uit tekst 2 en één argument uit de teksten die besproken zijn in de lessen.
Zorg ervoor dat de volgende onderdelen in onderstaande volgorde in je betoog zitten:
1 je eigen mening
2A en 2B twee argumenten vóór (elk met toelichting)
3A één argument tegen (met toelichting) +
3B weerlegging (met toelichting) (in de weerlegging leg je uit waarom het tegenargument niet geldig is)
4 samenvatting of conclusie
Gebruik signaalwoorden.
Onderstreep ieder argument.
Geef je betoog een aantrekkelijke titel.
Voor taalfouten worden punten afgetrokken.