3. In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?
Deelvragen
3.1 Hoe zit de Republiek staatkundig in elkaar?
3.2 Hoe ontwikkelt de oorlogseconomie in de Republiek zich?
3.3 Wat dreef en deden de rijke kooplieden in de Republiek?
3.4 Waardoor neemt de concurrentie voor de Republiek toe?