What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
220603_Woordsoorten
Vandaag werken we in LessonUp!
Een paar regels:
- Je gebruikt je schoolaccount op je Chromebook;
- Je logt met je eigen naam in op LessonUp;
- Je roept niet door de klas. Wil je iets zeggen/vragen? Steek je hand op.
- Je lacht een ander niet uit om de antwoorden die worden gegeven.
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag werken we in LessonUp!
Een paar regels:
- Je gebruikt je schoolaccount op je Chromebook;
- Je logt met je eigen naam in op LessonUp;
- Je roept niet door de klas. Wil je iets zeggen/vragen? Steek je hand op.
- Je lacht een ander niet uit om de antwoorden die worden gegeven.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog over woordsoorten?
Welke ken je nog?
Slide 3 - Mind map
Geef voorbeelden van zelfstandig naamwoorden.
Slide 4 - Open question
Welke lidwoorden zijn er?
Slide 5 - Open question
'De' en 'het' zijn...
A
Onbepaalde lidwoorden
B
Bepaalde lidwoorden
Slide 6 - Quiz
'Een' is een...
A
Onbepaald lidwoord
B
Bepaald lidwoord
Slide 7 - Quiz
Geef voorbeelden van bijvoeglijk naamwoorden.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
"De super snelle auto rijdt door rood."
Wat is 'snelle' in deze zin?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bijwoord
Slide 12 - Quiz
"De super snelle auto rijdt door rood."
Wat is 'super' in deze zin?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bijwoord
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
"Sanne heeft een trui voor haar oma een schilderij gemaakt."
Wat is het zelfstandig werkwoord in deze zin?
A
Heeft
B
Gemaakt
Slide 15 - Quiz
"Hij zal minimaal een acht halen voor de toets."
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
A
Halen
B
Zal
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
"Pieter geeft zijn moeder een bos bloemen."
Wat is 'zijn' in deze zin?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 18 - Quiz
"Hij geeft zijn moeder een bos bloemen."
Wat is 'hij' in deze zin?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Maak een zin met het voorzetsel 'naast'.
Let op: een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt!
Slide 21 - Open question
"Tijdens de vakantie ga ik vaak zwemmen."
Tijdens is een voorzetsel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Aan de slag!
Wat: opdr. 1 t/m 4 van blz. 142-143
Hoe: alleen, in Classroom!
Hulp: theorie op blz. 142
Tijd: tot het einde van de les.
Klaar? Lees blz. 146 uit KERN.
Slide 23 - Slide
Vanmiddag werken we aan schrijven!
Slide 24 - Slide
More lessons like this
les 5: herhaling woordsoorten
May 2020
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1,2
Metataal zelfstandig verwerken lw, ww, znw, bvnw, vz
April 2024
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 4,5
woordsoorten op een rij
October 2016
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten 4 mei 2020
May 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica oefentoets voor 1km1 Nederlands
March 2023
- Lesson with
26 slides
JvO G1 gezegde (NG/WG)
October 2019
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Quiz + Bijv. nw
June 2021
- Lesson with
27 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
L7 Woordsoorten
November 2022
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs