This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Voeding
Slide 1 - Slide
Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsstoffen?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Melk is een dierlijk voedingsmiddel
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Is slagroom een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Is sojamelk een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Kan één voedingsmiddel uit meerdere voedingsstoffen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Er wordt aangeraden om niet te veel producten met veel zout, veel suiker of veel vet te eten. Is dat omdat je er een voedselvergiftiging van kunt krijgen?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reserve stof
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig. Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven
Slide 9 - Quiz
Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor vetverbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen
Slide 10 - Quiz
Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen
Slide 11 - Quiz
Er zijn 6 groepen voedingsstoffen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen
Slide 12 - Quiz
Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen
Slide 13 - Quiz
Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?