OB oefentoetsje voeding_vertering



Voeding en Vertering 

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Voeding en Vertering 

Slide 1 - Slide

Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsstoffen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Is slagroom een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Kan één voedingsstof uit meerdere voedingsmiddelen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Kan voedingsvezel een onderdeel zijn van een voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Is suiker een voorbeeld van een mineraal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reserve stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Voedingsvezels worden verteerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig. Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven

Slide 9 - Quiz

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor vetverbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 10 - Quiz

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 11 - Quiz

Er zijn 6 groepen voedingsmiddelen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen

Slide 12 - Quiz

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 13 - Quiz

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 14 - Quiz

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 15 - Quiz



Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 16 - Quiz

Wat betekent verteren?
A
het afbreken van grote voedingsstoffen in kleinere stoffen
B
Het opbouwen tot grote voedingsstoffen
C
het toevoegen van verteringssappen

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van kauwen?
A
Oppervlakte verkleinen
B
Voedingssappen toevoegen
C
Voedsel verkleinen

Slide 18 - Quiz

Welke is geen verteringsklier
A
De galblaas
B
De lever
C
De darmen
D
De maag

Slide 19 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 20 - Quiz

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 21 - Quiz