SO BK Voeding en vertering



Voeding en Vertering 
So § 2.1 t/m 2.4 (behalve 2.3)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Voeding en Vertering 
So § 2.1 t/m 2.4 (behalve 2.3)

Slide 1 - Slide

Is melk een dierlijk voedingsmiddel?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsstoffen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Is een hamburger een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Is een slagroom een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Worden reservestoffen aangegeven met een letter (bijvoorbeeld C, A en B)?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Is sojamelk een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Kan één voedingsstof uit meerdere voedingsmiddelen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Kan voedingsvezel een onderdeel zijn van een voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Is een enzym een stof waarmee je een andere stof aantoont?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Er wordt aangeraden om niet te veel producten met veel zout, veel suiker of veel vet te eten.
Is dat omdat je er een voedselvergiftiging van kunt krijgen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Is suiker een voorbeeld van een mineraal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reserve stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig. Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven

Slide 14 - Quiz

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor vetverbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 15 - Quiz

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 16 - Quiz

Hoeveel gram zout heb je ongeveer per dag nodig?
A
0 gram
B
6 gram
C
25 gram
D
100 gram

Slide 17 - Quiz

Er zijn 6 groepen voedingsmiddelen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen

Slide 18 - Quiz

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 19 - Quiz

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 20 - Quiz

Als je met een stof een andere stof kunt aantonen dan noem je die stof die je daarvoor gebruikt een..........?
A
Oplossing
B
Indicator
C
Voedingsstof
D
Reageerbuisje

Slide 21 - Quiz

Geef de namen van 3, 4, 5, 8, 12

Slide 22 - Open question