(2023) formuleren HBO taaltoets

Deze Lesson-up is gebaseerd op de HBO-taaltoets
(38 vragen)
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze Lesson-up is gebaseerd op de HBO-taaltoets
(38 vragen)

Slide 1 - Slide

Wie alles goed bijhou_, zal daar zeker de vruchten van plukken
A
d
B
dt

Slide 2 - Quiz

Die nieuwe docent verplich_e mij de opzet van mijn werkstuk op papier te zetten.
A
t
B
tt

Slide 3 - Quiz

Wie veel gereis_ heeft, heeft meestal ook veel te vertellen.
A
d
B
dt

Slide 4 - Quiz

Beantwoor_ je docent altijd alle vragen binnen drie werkdagen?
A
d
B
dt

Slide 5 - Quiz

Dat is niet wat hij wil_.
A
-
B
t

Slide 6 - Quiz

Volgens de laatste peilingen steven_ die nieuwe stadspartij op een overwinning af.
A
d
B
dt
C
t

Slide 7 - Quiz

Mijn docent von_ het geen probleem dat ik mijn voorstel nog iets wilde aanpassen.
A
d
B
dt

Slide 8 - Quiz

Heeft hij nog steeds de gewoonte dat hij zich met alles bemoei_?
A
d
B
t

Slide 9 - Quiz

“Wor_ jou ook zo vaak gevraagd of je een uurtje wilt overwerken?”, vroeg ik.
A
d
B
dt

Slide 10 - Quiz

Omdat hij te weinig tijd aan die opdracht bestee_ heeft, bestaat de kans dat hij alles opnieuw moet doen.
A
d
B
dt

Slide 11 - Quiz

Het te beste_ aantal uren had hij bij lange na niet gemaakt.
A
bestede
B
besteedde
C
besteden

Slide 12 - Quiz

Toen die docenten Arno van Dungen van plagiaat betich_en, werd hij vuurrood van schaamte.
A
t
B
tt

Slide 13 - Quiz

Ik ben van mening dat die kritische manager zijn medewerkers realistisch beoordeel_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 14 - Quiz

Omdat het hem te veel moeite zou kos_en, ging hij niet op het aanbod in.
A
t
B
tt

Slide 15 - Quiz

Het door mij beantwoor_e mailtje kwam in de spambox van mijn directeur terecht.
A
d
B
dd

Slide 16 - Quiz

Nu die adviseur alles nauwkeurig bereken_ heeft, zien we pas goed wat onze mogelijkheden zijn.
A
d
B
dt

Slide 17 - Quiz

Omdat zij de hoofdzaken niet van de bijzaken schei_en, kregen zij voor die presentatie een onvoldoende.
A
d
B
dd

Slide 18 - Quiz

Je moet te allen tijde voorkomen dat je een studiegenoot beledig_.
A
d
B
dt
C
t

Slide 19 - Quiz

Volgens diverse politici zou de Eerste Kamer in zijn huidige vorm beter kunnen worden afgeschaf_.
A
d
B
t

Slide 20 - Quiz

“Waarschijnlijk vin_ u het geen probleem als wij de bestelde artikelen morgen al leveren”, mailde ik.
A
d
B
dt

Slide 21 - Quiz

Is de volgende zin correct geformuleerd?

'Dat de presentatie zo goed ging, hebben we ook mede aan onze goede voorbereiding te danken.'
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Is de volgende zin correct geformuleerd?

'De stoeptegels waren spekglad, doordat het had gesneeuwd.'
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Spanje is onder meer populair door haar/zijn heerlijke klimaat.
A
Haar
B
Zijn

Slide 24 - Quiz

Een kleine meerderheid van de studenten is/zijn voor meer sport op tv.
A
Is
B
Zijn

Slide 25 - Quiz

Zij heeft dezelfde oplossing bedacht als/dan ik/mij.
A
als mij
B
dan mij
C
als ik
D
dan ik

Slide 26 - Quiz

Het geleende bedrag dat/wat ik binnen een week terug zou krijgen, mag je houden.
A
dat
B
wat

Slide 27 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Ik heb hen gebeld.
B
Ik heb hun gebeld.

Slide 28 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Dat bedrijf gaat zo veel exporteren, dat het extra opslagruimte moet zoeken.
B
Dat bedrijf gaat zo veel exporteren, dat ze extra opslagruimte moeten zoeken.
C
Dat bedrijf gaat zo veel exporteren, dat ze extra opslagruimte moet zoeken.

Slide 29 - Quiz

Welke zin over Jasper en Isabel is correct?
A
Zowel Jasper als Isabel is gisteren geslaagd.
B
Zowel Jasper en Isabel zijn gisteren geslaagd.
C
Beide zinnen zijn correct.

Slide 30 - Quiz

Is de volgende zin correct?

Dat bedrijf behoort tot een van onze beste klanten.
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Maak de juiste keus.
A
De directeur refereerde aan ons laatste gesprek.
B
De directeur refereerde naar ons laatste gesprek.

Slide 32 - Quiz

Maak de juiste keus.
A
Ik vertrouw dat u deze kwestie integer behandelt.
B
Ik vertrouw erop dat u deze kwestie integer behandelt.

Slide 33 - Quiz

Maak de juiste keus.
A
Hoewel ik niet deskundig ben op dit terrein, zal ik proberen u te helpen.
B
Terwijl ik niet deskundig ben op dit terrein, zal ik proberen u te helpen.

Slide 34 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Het lijkt me evident en duidelijk dat hij geen andere keus had.
B
Deze studenten hebben er harder voor gewerkt dan hem.
C
Hebben jullie hun ook een officiële uitnodiging gestuurd?

Slide 35 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Mij treft geen blaam.
B
Ik tref geen blaam.

Slide 36 - Quiz

Vul de volgende uitdrukking aan.

Bij iemand in het ……………… staan.
A
krijt
B
oog
C
stof

Slide 37 - Quiz

Vul de volgende uitdrukking aan.

Met man en ……………… vergaan.
A
macht
B
muis
C
al

Slide 38 - Quiz

Vul de volgende uitdrukking aan.

Iets van a tot z ……………….
A
kennen
B
schrijven
C
vergeten

Slide 39 - Quiz

Trek je conclusies
Maak je nog veel fouten in ww-spelling, bestudeer dan p. 280-286 uit NN nog eens

Veel formuleerfouten? Bestudeer dan p. 226 e.v. uit NN.

Slide 40 - Slide

N.a.v. jullie oefen-SE
-Zet voor ‘maar’ en ‘want’ een komma (zet voor ‘en’ geen komma)​
-Zet tussen twee PV’s/WG’s een komma​
-Schrijf getallen voluit (twee i.p.v. 2)​
-Gebruik je citaten: laat zien dat het citaten zijn (cursief). Citaten hoeven niet op een nieuwe -regel te beginnen! 
-Lees je zinnen na om slordigheidjes/typefouten eruit te halen!​









Slide 41 - Slide

N.a.v. jullie oefen-SE
-Gebruik maken = fout gebruikmaken = goed​
Kennis maken = fout kennismaken = goed
-Houd het woordenaantal in de gaten​
-De tekst moet uiteindelijk met regelafstand 1.5 worden opgeslagen​
-Hij/zij wilT = fout Hij/zij wil = goed​

Slide 42 - Slide

N.a.v. jullie oefen-SE
-Titel: prikkelend en stellig​

-Inleiding: opbouw aandacht trekken/bruggetje/stelling als laatste zin​
Iedereen kent het wel = dooddoener​
-En daarom is mijn stelling: kleine letter.​
-Schrijf de regels van een alinea vol​
-Laat tussen de alinea’s een witregel open ​
-Maak gebruik van signaalwoorden om alinea's te verbinden​
-Maak duidelijke kernzinnen (begin/eind alinea)​
















Slide 43 - Slide

N.a.v. jullie oefen-SE
-Boektitels: cursief of tussen aanhalingstekens ​
-Boektitels: niet elk woord in de titel een hoofdletter geven​
-Noem in je kernalinea’s de auteur en de titel van het te bespreken boek​
-Geef veel informatie uit je boeken in de kernalinea’s, wees concreet​
Iemand vermoordt iemand ergens = niet goed​
Peter de Vries vermoordt zijn buurmeisje Hella in de duinen = wel goed​

















Slide 44 - Slide

N.a.v. jullie oefen-SE
-Maak een cirkel tussen je inleiding en je slot; bedenk dus iets gedenkwaardigs in de inleiding wat je terug laat komen in je slot.​
-Gebruik een concluderend signaalwoord in je slot (dus, concluderend)​
-Eindig met een uitsmijter















Slide 45 - Slide