3.2 Genenparen

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie

Slide 1 - Slide

Voorkennis
We gaan kort terugblikken naar de stof die we hebben behandeld in paragraaf 1

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Chromosoom
  • DNA
  • Bouwstoffen DNA
  • DNA-sequentie
  • Genoom
  • Gen
  • Allel
  • Genexpressie/inactivatie
  •  Fenotype
  • Modificatie

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 3.2 Genenparen
  • Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.

Slide 4 - Slide

Homologe chromosomen
  • Locus: de plaats van een gen in een chromosoom 

  • Homozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn gelijk
  • Heterozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn ongelijk

Slide 5 - Slide

Homologe chromosomen
  • Dominante allel: allel waarvan eigenschap tot uiting komt in fenotype bij heterozygoot genotype
  • Recessieve allel: dit allel komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Personen die heterozygoot zijn, zijn drager van de recessieve eigenschap

  • Aa
  • ArAr

Slide 6 - Slide

Onvolledig dominant
Intermediair 
(& Codominantie)

Slide 7 - Slide

Recombinatie: herverdelen van erfelijke eigenschappen (2^23 = 8,4 miljoen mogelijke geslachtscellen)

Slide 8 - Slide

Recombinatie en mutaties zorgen voor genetische variatie en dit zorgt weer voor een soort met een grote overlevingskans

Slide 9 - Slide

  • Ééneiige tweeling: 1 zaadcel + 1 eicel = hetzelfde genotype
  • Twee-eiige tweeling: 2 zaadcellen + 2 eicellen = niet hetzelfde genotype

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 3.2 behaald???
  • Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
  • Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.

Slide 11 - Slide

De opdrachten:
Lees blz. 133 t/m 138
Maak opdrachten 11 t/m 16 + ook nakijken

Slide 12 - Slide