4.4 Kracht en snelheidsverandering

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vandaag

- Herhaling 4.3 stopafstand

- Uitleg kracht en snelheidsverandering

- Eventueel extra uitleg hw vandaag

- Hw maken woensdag

Doelen

Aan het einde van deze week kun je:

- stoot berekenen

- Snelheidsverandering berekenen met een stoot

Herhaling 4.3

Arbeid bij botsen

W = F ∙ s

De kreukelzone, gordel en airbag zorgen voor een langere "remweg" bij botsen. Dus hierdoor wordt "s" groter en "F" dus kleiner. 

Piet rijdt met 72 km/h. Hij ziet een hert oversteken. Zijn reactietijd is 0,80 s. Zijn remtijd is 3 s. Wat is zijn stopafstand?

1. 30 m
2. 76 m
3. 46 m
4. 16 m

Piet wijkt uit en raakt met zijn auto een boom. Zijn totale botsafstand is 0,50 m. De auto had een energie van 2,0 ∙ 10^5 J. Bereken de botskracht.

1. 4,0⋅10​5​​N
2. 1,0⋅10​5​​N
3. 400000N
4. 100000N

Stoot

stoot = F ∙ t

Hierbij geldt:

stoot = krachtstoot in Ns (Newtonseconde)

F = kracht in N (Newton)

t = stoottijd in s (seconde)

Stoot en snelheidsverandering

Bij een krachtstoot geldt ook:

stoot = F ∙ t = m ∙ v

Je mag dus zeggen:

F ∙ t = m ∙ v

Wat is de betekenis van de letter m in
F ∙ t = m ∙ v

1. Massa in gram
2. Snelheid in km/h
3. Massa in kilogram
4. Moment in Nm

Bereken in je schrift en upload daarna de foto:
Een bokser slaat met een kracht van 1000 N tegen een boksbal. De contacttijd is slecht 0,050 s. Wat is de stoot?

Een auto met een massa van 1000 kg versneld met een kracht van 2500 N voor 10 s. Bereken de snelheid.

1. 45 km/h
2. 90 km/h
3. 50 km/h
4. 180 km/h

Een honkbal weegt 150 g. Wanneer deze wordt geslagen is de contacttijd tussen de knuppel en de bal ongeveer 0,001 s. Bereken de kracht waarmee wordt geslagen wanneer de bal vanaf een statief met een snelheid van 200 km/h wordt weggeslagen.

1. 8.333 N
2. 0,0083 N
3. 30.000.000 N
4. 30.000 N