les 16 - 6.3 `

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Plattegrond

Plattegrond

Welkom

Wat moet je pakken?

Etui

Boek deel 2 blz. 87

Schrift

Rekenmachine

'Startopdracht' 

Opdracht 26 op blz. 87

Welkom

Wat gaan we vandaag doen?

             

Leerdoel

Uitleg

Opdrachten maken                                       

Leerdoel check

Herhaling

Aan de slag

Wat?    opdracht 34, 37, 40, 45, 46 op blz. 87

Hoe?    in je boek of online

Hulp?   steek je vinger op

Tijd?     ... minuten

Klaar?  nakijken -> laten zien

Leerdoel

5. Je kunt de stelling van Pythagoras toepassen in praktische situaties.

6. Je kunt de lengte van een diagonaal op een kubus of een balk berekenen.

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

Hoelang is de kabel?

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

1. Maak een rechthoekige driehoek.

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

2. Schets de driehoek.

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m

2. Schets de driehoek en zet de getallen erbij.

9 m

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

2. Schets de driehoek en zet de getallen erbij.

9 m

12 m

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

2. Schets de driehoek en zet de getallen erbij.

9 m

12 m

?

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

3. Vul het schema in.

9 m

12 m

?

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

3. Vul het schema in.

9 m

12 m

?

81

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

3. Vul het schema in.

9 m

12 m

?

81

144

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

81 + 144 = 225

4. Bereken de zijde.

9 m

12 m

?

81

144

225

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

81 + 144 = 225

4. Bereken de zijde.

9 m

12 m

?

81

144

225

Kabel = 

√​225​​​

Uitleg/voorbeelden

De rotsen staan 12 meter uit elkaar.

10 - 1 = 9 m 

81 + 144 = 225

4. Bereken de zijde.

9 m

12 m

?

81

144

225

Kabel = 

√​225​​​

Kabel = 15 m

Uitleg/voorbeelden

1. Teken de zijkant waar de diagonaal in staat.

l

2. Vul het schema in.

?

l

2. Vul het schema in.

64

?

l

2. Vul het schema in.

64

64

?

64 + 64 = 128

3. Bereken de diagonaal.

64

64

?

64 + 64 = 128

3. Bereken de diagonaal.

64

64

128

64 + 64 = 128

DG = 

3. Bereken de diagonaal.

64

64

128

√​128​​​

64 + 64 = 128

DG = 

DG = 11,3

3. Bereken de diagonaal.

64

64

128

√​128​​​

Aan de slag

Wat?    opdracht 34, 37, 40, 45, 46 op blz. 87

Hoe?    in je boek of online

Hulp?   steek je vinger op

Tijd?     ... minuten

Klaar?  nakijken -> laten zien

Pak je laptop en ga naar kahoot.

Een rechthoekige driehoek heeft:

1. Twee rechte hoeken en één stompe hoek.
2. Heeft twee scherpe hoeken en één rechte hoek.
3. Heeft drie rechte hoeken.

Is dit een rechthoekige driehoek?

1. ja
2. nee

Is dit een rechthoekige driehoek?

1. Ja
2. Nee

Dit is een rechthoekige driehoek.

1. Ja
2. Nee

Schuine zijde

Rechthoekzijde

Rechthoekzijde

Welke zijn de rechthoekzijden van driehoek PQR ?

1. PQ + QR
2. QR + PR
3. PR + PQ

De Stelling van Pythagoras geldt in .....

1. Alle driehoeken
2. Gelijkzijdige driehoeken
3. Gelijkbenige driehoeken
4. Rechthoekige driehoeken

Maak de stelling van Pythagoras

+

=

Oppervlakte rechthoekzijde 1

Oppervlakte rechthoekzijde 2

Oppervlakte schuine zijde

Schuine zijde

Rechthoekzijde 

Rechthoekzijde 

Waar staat de uitkomst van de schuine zijde in het schema?

1. altijd bovenaan
2. maakt niet uit
3. altijd onderaan

Wat zijn de rechthoekszijden?

1. DE en EF
2. EF en DF
3. DF en DE
4. DE

Welke zijde is de schuine zijde?

1. EF en DF
2. DF
3. EF
4. DE

wat is/zijn hier
de schuine zijde(n)?

1. DF
2. DE
3. EF
4. DF en EF

Wat voor soort driehoeken zijn dit?

1. Gelijkbenige driehoek
2. Gelijkzijdige driehoek
3. Rechthoekige driehoek
4. Gewone driehoek

Welke driehoeken
en zijn rechthoekig?

1. 1,2
2. 1,2,5
3. 3,4
4. 2,3,4

Leerdoelcheck

4. Je kunt met een berekening onderzoeken of een driehoek rechthoekig is.

Kleine herhaling

Wat is de oppervlakte van de voorkant?

Kleine herhaling

Wat is de oppervlakte van de voorkant?

0,5   26   26 = 338 cm²

Wat is de oppervlakte van de achterkant?

⋅

⋅

Kleine herhaling

Wat is de oppervlakte van de voorkant?

0,5   26   26 = 338 cm²

Wat is de oppervlakte van de achterkant?

Ook 338 cm²

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

Wat is de oppervlakte van de onderkant?

⋅

⋅

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

Wat is de oppervlakte van de onderkant?

26   15 = 390 cm²

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

26   15 = 390 cm²

Wat is de oppervlakte van de zijkant?

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

26   15 = 390 cm²

Wat is de oppervlakte van de zijkant?

15   29 = 435 cm²

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

26   15 = 390 cm²

15   29 = 435 cm²

15   29 = 435 cm²

Wat is de oppervlakte van de prisma?

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

Kleine herhaling

0,5   26   26 = 338 cm²

0,5   26   26 = 338 cm²'

26   15 = 390 cm²

15   29 = 435 cm²

15   29 = 435 cm²

Wat is de oppervlakte van de prisma?

338 + 338 + 390 + 435 + 435 = 1936 cm²

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅

⋅