Latijn_SPQR_les 4

SPQR Les 4
Je leert:
- de genitivus herkennen
- waarvoor de genitivus wordt gebruikt
- de genitivus vertalen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SPQR Les 4
Je leert:
- de genitivus herkennen
- waarvoor de genitivus wordt gebruikt
- de genitivus vertalen

Slide 1 - Slide

Herhaling
Je kent, tot nu toe, vier naamvallen in het Latijn.
Denk alvast even in stilte na.
Welke zijn het en welke functie vervullen ze in een zin?

Slide 2 - Slide

Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meew. vw.
Bijw. bepaling
Naamwoordelijk deel
v.h. gezegde
Nominativus
Nominativus
accusativus
ablativus
dativus

Slide 3 - Drag question

Opdracht
Lees aandachtig"zelfstandig naamwoord - genitivus" (= nieuwe naamval) 
op p. 94 in het Hulpboek. 

Je krijgt straks vragen over deze theorie (wat is een genitivus en hoe vertaal ik het?) in het vervolg van deze Lessonup.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Vragen over de genitivus 
THEORIE
Sluit het boek en antwoord op basis van wat je net hebt gelezen

Slide 5 - Slide

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
Leg uit en geef een voorbeeld in het Nederlands.

Slide 6 - Open question

Wat geeft een genitivus aan?
Geef twee mogelijkheden

Slide 7 - Open question

Met welk woord vertaal je meestal de genitivus?
A
voor
B
met
C
van
D
in

Slide 8 - Quiz

Kijk naar het rijtje in je hulpboek, p. 94.

Wat valt je op als je naar de genitivus kijkt?

Slide 9 - Open question

Opdrachten - toepassen 
Maak nu(per 2) Mandata 19 (XIX)-20 (XX)-21 (XXI), p. 95
Dit is huiswerk voor donderdag aanstaande !

Slide 10 - Slide

Vervolg genitivus (les 2)
     1. herhaling naamvallen (functies + uitgangen)
        2. nakijken opdrachten 19-20-21, p. 95 hulpboek
3. aan de slag met vertalen (boek p. 24+ 25)


Slide 11 - Slide

Het Latijn is de enige taal met naamvallen
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

welke talen met naamvallen
ken je nog meer?

Slide 13 - Mind map

De genitivus bestaat ook in het Nederlands
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

's-Gravenhage is een
voorbeeld van een genitivus,
ken je er nog meer?

Slide 15 - Mind map

Herhaling: genitivus
Genitivus geeft aan: 
- van wie/wat het is
- waaruit het bestaat of waarvan het deel uitmaakt

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

feminae
servi
regi
regis
Nom. mv.
nom. mv.
dat. ev
dat. ev
gen. ev.
gen. ev.
gen. ev.

Slide 18 - Drag question

urbis =
Tip: de nom ev is urbs
A
gen ev
B
dat mv
C
abl mv
D
dat/ abl mv

Slide 19 - Quiz

militum =
Tip: de nom ev is miles
A
gen ev
B
acc ev
C
gen mv
D
acc mv

Slide 20 - Quiz

Vertaal: Muros urbis custodiunt.
(murus = muur; urbs = stad; custodire = bewaken)

Slide 21 - Open question

Vertaal: patris amicus dormit.
(amicus = vriend; dormire = slapen)

Slide 22 - Open question

Bespreking huiswerk p. 95
 Vorm snel groepjes van 4 (2x2)
Neem je hulpboek p. 95.
Vergelijk jullie antwoorden
Wat vonden jullie moeilijk?
Welke vragen heb jullie nog?

timer
5:00

Slide 23 - Slide

Oefenen met vertalen

Slide 24 - Slide

Oefenen met vertalen
Inmiddels kennen we vijf naamvallen, ieder met hun eigen functie.
Maak in je hoofd of met je buur nogmaals de oefening: welke naamvallen ken je en welke functie hebben ze in de zin?

timer
1:00

Slide 25 - Slide

Welke vijf vragen kan je jezelf stellen om tot een goede vertaling van een zin te komen?

Slide 26 - Open question

Oefenen met vertalen
Neem je boek p. 24 +25.
Lees de inleiding p.24.
Vertaal de eerste alinea p. 25.
(Dit is ook huiswerk voor volgende les!)

Slide 27 - Slide

Huiswerk di 07/02
Herhalen: 
alle naamvallen (verbuiging + functies)
Leren:
woordjes les 4
Afwerken:
Vertaling tekst les 4 t/m r. 10

Slide 28 - Slide