This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Snelheid berekenen
v=ts
s=v⋅t
t=vs
Slide 1 - Slide
Je moet een stuk van 8,6 kilometer fietsen en doet hier 26 minuten over. Wat is je snelheid?
Slide 2 - Open question
Uitwerking
Je moet een stuk van 8,6 kilometer fietsen en doet hier 26 minuten over.
Wat is je snelheid?
Slide 3 - Slide
Een hardloper loopt gemiddeld 4,0 m/s. Hij gaat 25 minuten hardlopen. Welke afstand heeft hij afgelegd?
Slide 4 - Open question
Uitwerking
Een hardloper loopt gemiddeld 4,0 m/s. Hij gaat 25 minuten hardlopen.
Welke afstand heeft hij afgelegd?
Slide 5 - Slide
Wat is de resulterende kracht?
Het verschil tussen de voortstuwende krachten en de tegenwerkende krachten.
Slide 6 - Slide
Resulterende kracht
Meer meewerkende kracht(en)
Resultante kracht vooruit
Versnelling
Evenveel tegenwerkende als meewerkende kracht(en)
Geen resultante kracht
Constante snelheid
(of stilstaan)
Meer tegenwerkende kracht(en)
Resultante kracht achteruit
vertraging
Slide 7 - Slide
Een vliegtuig staat stil op de grond. Wat weet je over de resulterende kracht?
A
De resulterende kracht is vooruit gericht
B
De resulterende kracht is achteruit gericht
C
De resulterende kracht is 0 N
D
Niks
Slide 8 - Quiz
Een vliegtuig vliegt met constante snelheid door de lucht. Wat weet je over de resulterende kracht?
A
De resulterende kracht is vooruit gericht
B
De resulterende kracht is achteruit gericht
C
Er is geen resulterende kracht
D
Niks
Slide 9 - Quiz
Afstand bepalen
Je gaat een klein stukje fietsen. Eerst versnel je in 20 seconden van stilstand naar een snelheid van 4,5 m/s. Vervolgens fiets je 45 seconde op die snelheid. Dan stop je met fietsen en laat je de fiets uitrollen. Na 35 seconde sta je weer stil.
Slide 10 - Slide
Afstand bepalen
1) in 20 seconden versnellen naar 4,5 m/s
2) 45 seconden lang. constante snelheid.
3) 35 seconden lang vertragen tot stilstand.
Slide 11 - Slide
Afstand bepalen
Slide 12 - Slide
Welke afstand heb je afgelegd?
Slide 13 - Open question
Uitwerking
Slide 14 - Slide
Arbeid berekenen
W=F⋅s
F=sW
s=FW
Slide 15 - Slide
Je duwt met een kracht van 40N een zware tas 70cm over een tafel. Hoeveel arbeid heb je geleverd?
Slide 16 - Open question
Uitwerking
Je duwt met een kracht van 40N een zware tas 70cm over een tafel. Hoeveel arbeid heb je geleverd?
Slide 17 - Slide
Met een kracht van 80 N duw je een vriend vooruit op de fiets. Nadat je 5600 J arbeid hebt geleverd stop je met duwen. Welke afstand heb je afgelegd?
Slide 18 - Open question
Uitwerking
Met een kracht van 80 N duw je een vriend vooruit op de fiets. Nadat je 5600 J arbeid hebt geleverd stop je met duwen. Welke afstand heb je afgelegd?