H3.1 Breuken en verhoudingen
Opgave: In een land heeft het parlement 150 zetels. Er zijn 5 politieke partijen, die we van groot naar klein A, B, C, D, en E noemen.
Bij een parlementsverkiezing stemmen de mensen in de
verhouding a : b : c : d : e op deze partijen.
De partijen A en E hebben samen een meerderheid.
De verhouding a : e is 16 : 1 en de verhouding b : c : d is 29 : 19 : 17.
Hoeveel zetels heeft partij A?