VOLTOOID DEELWOORD / onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Voltooide tijd
Hulpwerkwoord als persoonsvorm + voltooid deelwoord

hebben/zijn + 'ge-woord'

Ik heb gewerkt gisteren.
Jij hebt gewerkt gisteren. Hij/zij heeft gewerkt gisteren.
Wij hebben gewerkt gisteren.

Slide 2 - Slide

Gisteren heb ik mijn winter jas ____.
A
aan getrokken
B
aangetrekt
C
aangetrokken

Slide 3 - Quiz

Waar heb je met je moeder _____?
A
afgespreekt
B
afgesproken
C
af gesproken

Slide 4 - Quiz

De hond heeft de baby ______.
A
gebeten
B
gebijt
C
gebeet

Slide 5 - Quiz

Ik heb mijn oma in het ziekenhuis ____.
A
bezoekt
B
bezochten
C
bezocht

Slide 6 - Quiz

Hebben jullie al ____ wanneer jullie naar de bioscoop gaan?
A
besluiten
B
besloten
C
gebesloten

Slide 7 - Quiz

Wie heeft vanochtend een eitje ______?
A
gebakken
B
gebaken
C
gebakt

Slide 8 - Quiz

Welke smaak ijs heb je ____?
A
aangewijzen
B
aangewezen
C
aangewijsd

Slide 9 - Quiz

Ik heb iedereen een kopje koffie of thee ______.
A
aanbieden
B
aangeboden
C
aangebied

Slide 10 - Quiz

De docent heeft de toets met de leerlingen _____.
A
bespreekt
B
besprak
C
besproken

Slide 11 - Quiz

Wanneer ben jij in Nederland ____?
A
aangekomen
B
aankomen
C
aangekomd

Slide 12 - Quiz

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: aanvragen

Slide 13 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: bieden

Slide 14 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: bedenken

Slide 15 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: beginnen

Slide 16 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: begrijpen

Slide 17 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: beschrijven

Slide 18 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: binnenkomen

Slide 19 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: bestaan

Slide 20 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: bevallen

Slide 21 - Open question

Maak zelf een zin in de voltooide tijd met het woord: bewegen

Slide 22 - Open question

Stellingen
1. Ik vind dat onderwijs gratis moet zijn voor mensen die niet zo veel geld hebben

2. Ik vind dat onderwijs gratis moet zijn voor alle mensen

3. Ik vind dat onderwijs niet gratis moet zijn voor mensen die heel veel geld hebben

Slide 23 - Slide

Placemat
Wat? Kies 1 stelling en schrijf jouw argumenten
Hoe? In duo's
Tijd? 15 minuten
Hulp? Vraag de docent of zoek in jouw aantekeningen
Resultaat? In duo’s nakijken/feedback aan elkaar geven
Klaar? Controleer jouw tekst (taalfouten & zinsopbouw)

Slide 24 - Slide