This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
1C werkwoordspelling deel 2
Slide 1 - Slide
Welkom!
Welkom
Etui, planner, lesboek, schrift open leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Deze week
Maandag: Instructie Engelse werkwoorden.
Dinsdag: Oefenen 1C.
Vrijdag: Zelfstandig werken.
Weektaak 22 januari:
Maken 1 C ALLE OPDRACHTEN!
Leren: wwblad en/of handboek 180-183 = toets.
Slide 3 - Slide
Terugblik
(Weet niet= telt niet.)
persoonsvorm
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 4 - Slide
Bedenk zelf een zin met een Engels werkwoord.
Slide 5 - Open question
Kijkvraag
regel
overeenkomst
verschil
1.
2.
3.
4.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Kijkvraag
regel
overeenkomst
verschil
1.
2.
3.
4.
Slide 8 - Slide
De ik-vorm en de tegenwoordige tijd van Engelse werkwoorden.
Meestal gelden voor de Engelse werkwoorden dezelfde regels als voor de Nederlandse werkwoorden.
Je gaat bij Engelse werkwoorden ook uit van de ik-vorm.
Die kun je meestal maken door -en van het werkwoord af te halen.
checken - ik check
crashen - ik crash
streamen - ik stream
Slide 9 - Slide
Soms komt er een letter bij:
scoren - ik scoor promoten - ik promoot
Soms gaat er een extra letter af:
bloggen - ik blog crossen - ik cros
Maar let op:
Als je de ik-vorm maakt, hoef je soms alleen de -n weg te halen, omdat
de uitspraak van het woord anders niet meer klopt. De -e laat je dan
staan.
racen - ik race (ik rac klinkt niet goed) deleten - ik delete (delet)
Slide 10 - Slide
In de tegenwoordige tijd vervoeg je Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden: Zie schema!!!
1e persoon enkelvoud = ik-vorm ik e-mail
2e persoon enkelvoud = ik-vorm + t jij e-mailt
3e persoon enkelvoud = ik-vorm + t hij/zij/het/u e-mailt
1e persoon meervoud = hele werkwoord wij e-mailen
2e persoon meervoud = hele werkwoord jullie e-mailen
3e persoon meervoud = hele werkwoord zij e-mailen
Slide 11 - Slide
In de zomer (wakeboarden)…mijn broer soms urenlang.
Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Slide 12 - Open question
Mijn buurman (recyclen)…echt al zijn afval.
Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Slide 13 - Open question
Max ..... (racen) Lewis eruit.
Slide 14 - Open question
Engelse werkwoorden
Zij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 15 - Quiz
(Engelse werkwoorden) Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 16 - Quiz
Engelse werkwoorden Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
C
gepaintballt
D
gepaintbalt
Slide 17 - Quiz
(Engelse werkwoorden) Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 18 - Quiz
Nu jij
Je maakt van werkblad 29 opdracht 3 en 4.
Werkvorm: denker- schrijver
Klaar?
Vul je schema aan met
voltooid deelwoord ( voltooid deelwoord als bijv. naamwoord)
onvoltooid deelwoord
Engelse werkwoorden
Weektaak!
Slide 19 - Slide
Welkom!
Welkom
Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen.
timer
10:00
Slide 20 - Slide
Deze week
Maandag:Instructie Engelse werkwoorden.
Dinsdag: Oefenen 1C.
Vrijdag: Zelfstandig werken.
Weektaak 22 januari:
Maken 1 C ALLE OPDRACHTEN!
Leren: wwblad en/of handboek 180-183 = toets.
Slide 21 - Slide
Engelse werkwoorden
Zij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 22 - Quiz
(Engelse werkwoorden) Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 23 - Quiz
Engelse werkwoorden Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
C
gepaintballt
D
gepaintbalt
Slide 24 - Quiz
(Engelse werkwoorden) Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 25 - Quiz
Nu jij
Je maakt van werkblad 29 opdracht 3 en 4.
Werkvorm: denker- schrijver.
Klaar?
Vul je schema aan met
voltooid deelwoord ( voltooid deelwoord als bijv. naamwoord)
onvoltooid deelwoord
Engelse werkwoorden
Weektaak!
Slide 26 - Slide
Welkom!
Welkom
Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.
We starten met stillezen.
timer
10:00
Slide 27 - Slide
Deze week
Maandag:Instructie Engelse werkwoorden.
Dinsdag: Oefenen 1C.
Vrijdag: Zelfstandig werken.
Weektaak 22 januari:
Maken 1 C ALLE OPDRACHTEN!
Leren: wwblad en/of handboek 180-183 = toets.
Slide 28 - Slide
Zelfstandig werk
Vul het blad met het werkswoorschema aan. (voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord, Engelse werkwoorden)