2E Taalverzorging, meewerkend voorwerp

Nederlands H4
Taalverzorging grammatica:
Je leert over het meewerkend voorwerp.

Blz. 106
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands H4
Taalverzorging grammatica:
Je leert over het meewerkend voorwerp.

Blz. 106

Slide 1 - Slide

Het meewerkend voorwerp
Om achter het meewerkend voorwerp te komen, moet je al ontzettend veel weten over de zin: 
  1. De persoonsvorm. 
  2. Het onderwerp. 
  3. Het (werkwoordelijk) gezegde.
  4. Het lijdend voorwerp. 

Daarom eerst even deze herhalen. 

Slide 2 - Slide

Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven. 
Bram
wil
een kettinkje
Geven + wil
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
Gezegde

Slide 3 - Drag question

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
A
Wie of wat + pv
B
Vraagzin maken
C
Wat + gez. + ow.
D
Alle werkwoorden in de zin noteren.

Slide 4 - Quiz

Noteer het lijdend voorwerp:
Willem mailt zijn vakantiefoto's naar zijn ouders.

Slide 5 - Open question

Zinsdelen
  1. Persoonsvorm = tijd veranderen of vraagzin. 
  2. Onderwerp = wie (of wat) + persoonsvorm. 
  3.  Gezegde = alle werkwoorden in de zin (altijd de pv). 
  4. Lijdend voorwerp = wat (soms wie) + gezegde + onderwerp
  5. Meewerkend voorwerp = aan wie + gezegde + onderwerp +lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan. 
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Daarom kun je altijd het woord 'aan' toevoegen of juist weglaten. Hiervoor moet je de zin soms veranderen. 

Willem mailt zijn vakantiefoto's aan zijn ouders. 
LV = zijn vakantiefoto's. 
MV = aan wie mailt Willem zijn vakantiefoto's? 

Slide 7 - Slide

Noteer het meewerkend voorwerp:
Yannick brengt zijn paard elke dag vers hooi.
Onderwerp = Yannick, LV = vers hooi

Slide 8 - Open question

Noteer het meewerkend voorwerp:
Kiki had mij een softijsje met discodip beloofd.
Onderwerp =Kiki, LV = een softijsje met discodip

Slide 9 - Open question

Noteer het meewerkend voorwerp:
Veel clubleden verkochten de loten aan hun familieleden.

Slide 10 - Open question

Veel Amsterdammers verhuren hun huis tijdelijk aan toeristen via Airbnb.

Is 'aan toeristen' het meewerkend voorwerp?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Meewerkend voorwerp tips
  • Omdat je de vraag 'aan wie' stelt, komt er vaak een persoon, dier of groep uit. 
  • Als er geen lijdend voorwerp is, is er ook geen meewerkend voorwerp. 
  • Als je 'aan' niet weg kan halen (ik hang dit aan de muur), dan is het geen meewerkend voorwerp. Je doet het dan letterlijk. 
  • Voor TL: soms begint het meewerkend voorwerp met voor in plaats van aan. 

Slide 12 - Slide

Zelf aan het werk
Belangrijk is echt dat je dit serieus oefent. Schrijf alle zinsdelen op en gebruik de formule. 
Als je het fout hebt, kijk wat je fout doet. Het kan dat je maar 1 klein foutje maakt. 

Online Nederlands taalverzorging maken. 

Slide 13 - Slide