In zinnen
met een lijdend voorwerp
kan ook een meewerkend voorwerp staan.
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Daarom kun je altijd het woord 'aan' toevoegen of juist weglaten. Hiervoor moet je de zin soms veranderen.
Willem mailt zijn vakantiefoto's aan zijn ouders.
LV = zijn vakantiefoto's.
MV = aan wie mailt Willem zijn vakantiefoto's?