2b - H3.3 - Lezen les 1 , 2 en 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

• Je kunt meningen en argumenten herkennen.
• Je kunt signaalwoorden voor een reden en een
   conclusie herkennen in een tekst.
• Je weet wat een betoog is.
• Je kunt het tekstdoel 'overtuigen' herkennen.
  

LESDOELEN

Lesdoel 3.3

Lesdoelen vandaag: leerteksten 163/164

feit en mening met argument 

signaalwoorden die een reden aangeven

betoog

Schrijf je mening op met een argument.

Gebruik een signaalwoord dat een reden aangeeft!

1. afval op straat

2. rookverbod in en om de school

3. onderwijs helpt armoede tegengaan

Typ hier jouw zin:

Ik zit in de tweede klas.

1. Feit
2. Mening

Nederlands is een leuk vak.

1. Feit
2. Mening

Roken is slecht voor je gezondheid.

1. Feit
2. Mening

Noem een ander argument voor een huiswerkvrije school.

Kun je ook een argument tégen een huiswerkvrije school bedenken?

Opdracht 5

3.3 leerteksten signaalwoorden en betoog  

opdracht: 1 t/m 5

Tot ziens!

Huiswerk voor vrijdag:

H3.3 - opdracht 1 t/m 5

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

• Mening en argumenten
• Zelfstandig werken
• Signaalwoorden
  

Vandaag

 Huiswerk:

Programma:

3.3 opdracht (164)

3.3 leerteksten signaalwoorden en betoog  

opdracht: 7 t/m 10

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

• Je kunt signaalwoorden voor een reden en een
   conclusie herkennen in een tekst.
• Je kunt meningen en feiten herkennen.
• Je weet wat een betoog is.
• Je kunt het tekstdoel 'overtuigen' herkennen.
  

LESDOELEN

• aantekeningen
• 3.3 opdrachten maken en bespreken 

Vandaag

controleren 1 t/m 5 (behalve 2)

 Huiswerk:

Programma:

TEGENSTELLING

Vul aan: Ik vind het niet leuk dat de school dicht is, .........................
(gebruik maar, toch, daarentegen of echter)

OPSOMMING

Vul aan: Ik vind het niet leuk dat de school dicht is, .........................
(gebruik ook, bovendien, daarnaast, of verder)

REDEN

Vul aan: Ik vind het niet leuk dat de school dicht is. .........................
(gebruik daarom, namelijk, omdat, want, of vanwege)

Tekst lezen. Daarna vraag 8c beantwoorden (zie volgende slide)

Tekst

Aantekeningen 3.3

Signaalwoorden geven het verband aan tussen woorden, zinnen of alinea's. Je hebt signaalwoorden voor een opsomming, tegenstelling, voorbeeld en een reden.

verband.

VERBAND       SIGNAALWOORD              

opsomming:   allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder,                              vervolgens, tot slot

tegenstelling:  maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

voorbeeld:       bijvoorbeeld, zoals, zo, ter illustratie, een voorbeeld hiervan

reden:               daarom, immers, namelijk, omdat, vanwege, want

conclusie:        dus, kortom

Aantekeningen 3.3

Als je vertelt wat je van iets vindt geef je een mening. Vaak geef je een reden bij die mening dat is een argument. Met een argument probeer je de ander te overtuigen.

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

• Je kunt signaalwoorden voor een reden en een
   conclusie herkennen in een tekst.
• Je kunt meningen en feiten herkennen.
• Je weet wat een betoog is.
• Je kunt het tekstdoel 'overtuigen' herkennen.
  

LESDOELEN

We nemen tekst 4 voor ons blz. 169. Zie volgende dia.

Theorie over het betoog koppelen aan tekst 4.

• Wat is de mening van de schrijver?
• Welke argumenten geeft hij/zij?
• Welke signaalwoorden helpen je om die argumenten te geven?
• Hoe weet je dat hij gaat samenvatten?

Eerst verkennend lezen. blz.169

Daarna nauwkeurig lezen.

Wat is de functie van de inleiding in deze tekst?

1. het onderwerp van de tekst wordt benoemd
2. er wordt een mening over het onderwerp gegeven
3. er wordt een vraag over het onderwerp gesteld
4. er wordt een samenvatting van de tekst gegeven

Wat is het tekstdoel van de tekst op blz. 169?

1. activeren
2. overtuigen
3. amuseren
4. informeren

Welke signaalwoorden voor een reden zie je in alinea 3 ?

1. bijvoorbeeld, immers
2. graag, want
3. immers, want
4. bijvoorbeeld, want

Welke signaalwoorden voor een voorbeeld zie je in alinea 3?

Welke signaalwoorden voor een reden zie je in alinea 4?

Aantekeningen 3.3

Er zijn vier tekstdoelen:

• informeren: nieuwsbericht, handleiding
• activeren: advertentie, uitnodiging
• amuseren: leesboek, strip
• overtuigen: recensie, betoog

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H3.3 - opdracht 10 t/m 16

Wat?
Met wie?

Hulp?

Verder?
En daarna?

Zelfstandig

vragen

Numo-taken

Samen afsluiten

Tot ziens!

Huiswerk voor vrijdag:

H3.3 - opdracht 10 t/m 16